GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 42

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 42

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

2

AD VALVAS — 24 SEPTEM BER 1976

Mondigheid in kerkdienst niet gehonoreerd

Geen verba nd tussen religieus en politiel( l(onserva tisme Ruim 40% va n de gemeenteleden blijkt niet tevreden te zijn met de liuidige Icerlcdiensten. Dat lea n niet verkla a rd worden uit onverschillig­ heid, wa nt bijna 90% va n de gemeenteleden vindt de kerkdienst be­ langrijk. De grootste ontevredenheid besta a t over de rela tie tot mede­ kerkgangers; slechts 20% heeft hierover een gunstig oordeel. Aldus blijkt uit het ra pport 'De kerkdienst, sociologisch onderzoek na a r opvatting en oordeel over de kerkdienst'. Het ra pport werd uitgebra cht door het Instituut voor Pra ktische Theologie va n de VU.. Het onder­ zoek werd ingesteld onder de leden va n de Gereformeerde Kerk va n Haarlem­Oost. Een vrij groot deel van de ge­ meenteleden ervaart in de kerk­ dienst wat zij belangrijk vinden. Maar er zijn duidelijk bepaalde opvattingen die in de kerkdienst niet gehonoreerd worden, zoals die over de mondigheid, d.w.z. de eigen verantwoordelijkheid en de zelfwerkzaamheid van gemeente­ leden in de kerkdienst en door­ deweek. Van de gemeenteleden gelooft slechts 56% in een persoonlijke God. De anderen geloven wel in God, maar zij hebben geen voor­ stelling van Hem. Van de geïnterviewden vindt slechts 29% dat de kerk zich mo­ menteel op de juiste wijze ont­ wikkelt; 41% vraagt zich af of er niet te veel veranderingen plaatsvinden; 23% of er niet te weinig ontwikkeling in de kerk aanwezig is en van 7% is het ant­ woord onbekend. Verder bleek dat een positief oor­ deel over de kerkdienst vooral samenhangt met het honoreren van opvattingen over de liturgie en met de vraag of de relaties met de medekerkgangers zijn zoals men die graag ziet. Bij dat laatste blijkt het vooral te gaan om de vraag of men iets gerealiseerd ziet van wat doorgaans aangeduid wordt als „gemeenschap der hei­ ligen" en of er in de week contact is tussen gemeenteleden met het oog op actie en bezinning. De uitkomsten van het onderzoek bieden perspectieven omdat is ge­ bleken dat het honoreren van de

opvattingen van gemeenteleden wel degelijk invloed heeft op het oordeel over de kerkdienst met name bij hen die zich nu (nog) wat gedistantieerd opstellen.

Links en rechts De religieuze opvattingen blijken een belangrijke faktor te zijn. Daarmee wordt van belang de vraag met welke faktoren die reli­ gieuze opvattingen samenhangen. Het antwoord daarop blijkt niet eenvoudig te zijn omdat er niet één duidelijk patroon is. Er blij­ ken vooral samenhangen te zijn tussen religieuze opvattingen en de betrokkenheid op het geloof en de ligging binnen de kerk. Belangrijker nog is, dat dit veel minder geldt voor de opvattingen over de maatschappelijke taak van de kerk. M et de ligging is zelfs in het geheel geen verband. Dat wil dus zeggen, dat zij die vin­ den dat de kerk een kritische funktie in de maatschappij heeft, onder de verontrusten ter „rech­ terzijde" niet minder te vinden zijn dan onder de verontrusten ter „linkerzijde". Er is eenvoudig geen verband. Er is geen verband tussen poli­ tieke progressiviteit en de fre­ kwentie van het kerkbezoek, de binding aan de kerk, de ligging binnen de kerk, het al of niet fre­ kwent bijbellezen en bidden, de betekenis die aan het geloof ge­ hecht wordt.

Johan Galtung geeft kollege opdeVU Op uitnodiging van de Stuur­ groep ontwikkelingsproblematiek komt Johan Galtung op donder­ dag 30 september aan de VU een kollege geven over "Self­Relian­ ce". (Plaats: aula hoofdgebouw. De Boelelaan 1105; Tijd: 12.15­ 14.00 uur). Het kollege is tevens bestemd voor alle belangstellen­ den. Johan Galtung, 45 jaar, werd ge­ boren in Noorwegen. In het begin van de jaren vijftig belandde hij als dienstweigeraar, destijds een vergrijp, in de gevangenis waar hij zijn eerste wetenschappelijk onderzoek verrichtte naar de struktuur van het gevangeniswe­ zen in Noorwegen. Galtung studeerde wiskunde en daarna politieke en sociale we­ tenschappen en werd docent aan verschillende universiteiten, zo­ als: de Columbia Universiteit in New York (57­60), Unesco Uni­ versiteit in Santiago de Chile (62­ 65) en vanaf 1969 hoogleraar in de Peace and Conflictresearch aan de Universiteit van O slo. Daar­ naast bekleedde en bekleedt hij diverse gastdocentschappen op al­ lerlei uiversiteiten zoals die van Tokio, Honolulu, Essex, etc. Galtung's wetenschappelijke ont­ wikkeling is nauw verbonden met de geschiedenis van het Interna­ tional Peace Research Institute, dat door hem in 1959 werd opge­ richt. Uit zijn arbeid en die van z'n medewerkers resulteerde de publikatie „Theory and Methods of Social Research" (O slo/Londen 1967), een boek dat één van de beste op het gebied van de me­ thodologie genoemd kan worde^n. Zijn aktiviteiten op het gebied van de Polemologie zijn talloos. Naast zijn talloze onderzoekingen

en publikaties over de bewape­ ningswedloop, het strukturele "ge­ weld, imperialisme/ (neo)kolonia­ lisme en futorologie, heeft hij zich ook dikwijls in de praktijk be­ ijverd voor de internationale vre­ desbeweging. Zo speelde Galtung een belangrijke rol hij het aan het licht brengen van het projekt „Camelot" — een projekt in dienst waarvan sociologen en psychologen door de Amerikaan­ se regering zouden worden inge­ schakeld om mogelijke revoluties, gericht tegen Amerikaanse be­ langen in Zuidamerikaanse lan­ den, tijdig op het spoor te komen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Galtung's belangstelling mede gericht is op de problematiek van de ontwikkeling. Vooral de laat­ ste jaren komt deze problematiek inklusief die van de „Self­Reli­ ance" sterk naar voren in het on­ derzoekprogram van de vakgroep Peace and Conflict Research van de Universiteit in O slo.

Progressiviteit De va a k gehoorde uitspra a k da t zij die in kerkelijk en religieus opzicht behoudend zijn, da t ook in politiek opzicht zullen zijn, vindt geen steun, evenmin a ls de gedachte da t progressiviteit in kerkelijk en theologisch opzicht een indicatie is voor politieke pro­ gressiviteit. Va n een eenvoudige tweedeling en dus van een sa men­ vallen va n geschilpunten is geen sprake. ~" Het feit da t er geen sa menha ng is tussen de opva ttingen over poli­ tieke en ma a tscha ppelijke vra a g­ stukken en religieuze opva ttingen en praktijken (zoa ls bijbellezen en bidden) stelt de kerken voor dui­ delijke vra gen, a ltha ns voorzover de wa a rde da t het eva ngelie rele­ vant is voor a lle sectoren va n de samenleving a ls juist a a nva a rd wordt.

Hoe verder? Het onderzoek werd opgezet om­ dat er zowel in de (praktische)

DIKS Autoverhuur bv V, Ostadestraat 278, Amsterdam-(2). Telefoon 714754 en 723366 400 nieuwe luxe- en bestelwagens w.o.: FORD - VW - SIMCA - OPEL TOYOTA - FIAT - CHRYSLER . . NIEUWE MERCEDES EN HANOMAG VRACHTWAGEN S. TOT 18 m' EN 3 i TON ; • (groot en klein rijbewijs) Lage prijzen en studenten 10"/o korting

theologie als in de kerkelijke praktijk rond de kerkdienst vele vragen zijn. Het onderzoek wil daarbij aansluiten. M et het weer­ geven van de resultaten van het onderzoek is de betrokkenheid van het instituut bij het vraagstuk van de kerkdienst niet beëindigd. Een medewerker van het instituut participeert in een plaatselijke werkgroep die deze vraag speciaal voor de kerk waar het onderzoek is verricht poogt te beantwoorden. Ook is het instituut bereid samen met belangstellenden te zoeken naar de konsekwenties van de onderzoekgegevens voor de ker­ kelijke praktijk. In verband hier­ mede wordt gestreefd naar samen­ werking met enige vormingscen­ tra.

W. van Ra a msdonk studentendecaan Voor vele VU­mensen is de heer Van Raamsdonk geen onbekende. Sinds 1969 is hij werkzaam ge­ weest in een functie, die men voorheen aanduidde met adviseur Disputorenraad en in later tijden met adviseur Vormingscentrum VU. Als vertegenwoordiger van de vormingssector is hij in het verle­ den reeds tweemaal gedurende een jaar RSA­bestuurslid geweest en in het jaar 1976 maakt hij een derde ambtsperiode mee. Inmid­ dels is de heer Van Raamsdonk per 1 september 1976 de gelederen der studentendecanen komen ver­ sterken. In die hoedanigheid zul­ len studenten hem niet op een spreekuur ontmoeten, want het zgn. individuele werk blijft tot het terrein van zijn vier collega's behoren. De heer Van Raamsdonk zal zich wijden aan taken en ac­ tiviteiten, waaraan men in het be­ lang van de studenten van het decanaat uit meer aandacht ge­ schonken wil zien dan tot dusver mogelijk was. Deze liggen o.a. op het terrein van het studievoor­ lichtingsbeleid en het contact met de faculteiten.

Verantwoordelijkheid voor de lierprogrammering bij fakulteit? In Ad Valvas van 17 september wordt onder de titel „U­raad aan­ vaardt procedurevoorstel herpro­ grammering" een kort verslag ge­ geven van de behandeling van het procedurevoorstel herprogramme­ ring van het KvB in de U­raad. Het verslag is niet zozeer onjuist, als wel onvolledig, waardoor een verkeerde indruk van de opvat­ tingen van de PKV kan ontstaan. De opmerking van de rector mag­ nificus, prof. J. de Ruiter, nl.: „de eerste verantwoordelijkheid voor de vaststelling van de studiepro­ gramma's ligt bij de fakulteiten", wordt gesteld tegenover de op­ merking van de PKV die haar ongerustheid uitspreekt over de „geringe bemoeienis van de U­ raad". Betekent dit nu dat volgens de PKV de fakulteiten, zoals prof. De Ruiter dat stelde, „onder cu­ ratele" geplaatst moeten worden? Geenszins. Wij willen hier nog­ maals de autonomie van de fa­ kulteiten inzake het opstellen van de studieprogramma's benadruk­ ken. Voor een goed begrip van de zaak volgt hieronder een korte "weer­ gave van de voornaamste diskus­ siepunten. 1. Vóór 1 oktober moeten de fa­ kulteiten aan het KvB een pro­ gramma opgestuurd hebben. In december zou volgens het voor­ stel van het KvB de U­raad ze mogen bekijken en in januari moeten ze de deur uit naar de Academische Raad. Het Kollege van Bestuur stelt als eisen dat wijsbegeerte in het programma is opgenomen en dat voldaan is aan de richtlijnen van Klein. Deze scherp bekritiseerde richtlijnen zijn volstrekt ongeschikt of on­ voldoende om een goed program­ ma mee op te bouwen. Problemen van kwalificatie, selektie, enz. ko­ men er niet adequaat in aan de orde. Als je maar eindtermen hebt, varianten, 1700­urige studie­ last, selektieve propedeuse, enz., dan heb je zgn. een verantwoord programma. Wij noemen dat soort programma's struktuurprogram­ ma's. Het KvB stelt nu dat bij haar kontrole op de voortgang van de herprogrammering haar niets .gebleken is. Dat komt om­ dat zij de verkeerde vragen heeft gesteld. (In de trant van: heeft u al eindtermen? Ja, nee, zo nee, waarom niet?). Elke fakulteit is er wel in geslaagd zo'n struktuur­ programma samen te stellen. In­ houdelijke problemen zijn daarbij

blijven liggen en van demokrati­ sche vaststelling was vaak geen sprake.

Toetsen

formeren van U­raad en KvB niet alleen de door het fakulteitsbe­ stuur aangewezen „informant" aan het woord laten, maar alle geledingen als die daar behoefte aan hebben. Dat betekent niet dat de PKV fa­ kultaire konflikten op universi­ teitsnivo wil uitvechten. Achter de nu ingestuurde programma's gaat vaak een woud van poten­ tiële konflikten schuil. Om de ge­ rezen problemen boven tafel te krijgen moet niet alleen de „in­ formant" geraadpleegd worden. Als er dan konflikten blijken te zijn moet de U­raad de fakulteit de gelegenheid geven die op te lezen. 5. Als de programma's pas in de­ cember in de U­raad komen is dat veel te laat om nog werkelijk in te grijpen. Dat is o.i. überhaupt onjuist. Juist de aard van het voorstel van het KvB maakt het voor de U­raad nog dreigender in een eerder stadium bij de zaken betrokken te worden. Het gaat dan inderdaad om de eigen ver­ antwoordelijkheid van elk or­ gaan, zoals prof. De Ruiter stelde.

2. De PKV vindt niet dat de U ­ raad zelf de inhoud van program­ ma's moet vaststellen. Wel acht de PKV het de verantwoordelijk­ heid van de U­raad om te toetsen of op de fakulteiten met de nieu­ we programma's goed onderwijs en onderzoek gegarandeerd is. De U­raad en het KvB moeten voor een kader zorgen waarin onder­ wijs en onderzoek kan floreren. De U­raad zou dan ook vragen moeten stellen als: welke proble­ men hebben jullie bij de opbouw van een programma volgens de richtlijnen; op het gebied van eenheid onderwijs en onderzoek; op het gebied van selektie, enz.? Als die problemen er zijn dan zouden U­raad en KvB hulp moe­ ten bieden. Het tekort a a n tijd voor goede diskussies op de fa­ kulteiten zou bv. gelenigd kunnen worden door uitstel van de ter­ mijn van 1 oktober (ook gebeurd in Groningen en Nijmegen). Uiteindelijk is een redelijke eens­ Die vera ntwoordelijkheid moet gezindheid (konsensus) een be­ wel ma terieel na te komen zijn. langrijke voorwaarde voor een goed functioneren van de nieuwe De U­raad bleek niet geheel on­ gevoelig voor de kritiek van de programma's. PKV. Zij besloot de kommissie 3. In de U­raad werd de PKV voor onderwijs en onderzoek bij verweten een brok wetgeving, nl. het samenvatten van de program­ de richtlijnen en de daaruit voort­ ma's in te schakelen en zelf in vloeiende termijnen, te willen be­ november over de gang van zaken strijden. De PKV stelt daar te­ te vergaderen. De raad stemde in genover dat het in ieder geval meerderheid tegen een amende­ nooit a lleen de verantwoordelijk­ ment van de PKV om beoordeling heid van U­raad en KvB kan zijn m.b.v. alleen de richtlijnen te ver­ de fakulteiten te dwingen te her­ vangen door een meer inhoudelij­ programmeren volgens richtlijnen ke beoordeling (zie onder 2). die goed onderwijs en onderzoek Een aantal stafleden en de VUSO ten zeerste belemmeren. Op zijn verklaarde hun stemgedrag ech­ minst moeten KvB en U­raad aan ter met de verwachting dat deze Klein duidelijk maken welke inhoudelijke beoordeling ook moeilijkheden er in de praktijk .m.b.v. de richtlijnen zou kunnen bestaan met zijn richtlijnen. Het geschieden. Ook prof. De Ruiter is dan in de eerste plaats de ver­ stelde dit. antwoordelijkheid van Klein om te beslissen of hij zijn onheilzame De PKV heeft daarover haar twij­ fels, maar zal er in november ze­ procedure doorzet. ker op terug komen. Konkluderend kunnen we stellen dat het woord nu weer aan de fa­ Overruled kulteiten is. Ondanks dat nog 4. Zoals gezegd op vele subfakul­ steeds alleen de informant ge­ teiten zijn inhoudelijke proble­ raadpleegd wordt zullen zij aan men naar de achtergrond gescho­ U­raad en KvB moeten duidelijk ven en zijn grote groepen van de maken hoe groot en van wat voor fakultaire bevolking onder druk aard hun problemen zijn. van termijnen en richtlijnen over­ Namens de PKV, ruled. De PKV wilde daarom bij het in­ Henk Wesseling.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1976

Ad Valvas | 440 Pagina's

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 42

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1976

Ad Valvas | 440 Pagina's