Ad Valvas 1976-1977 - pagina 59

AD VALVAS — 1 OKTOBER 1976

Ziekteverzuim

aan VU toegenomen

Bedrijfsgeneeskundige dienst voelt zicli geesteiijic puinruimer „De bedrijfsgeneeskundige dienst van de VU voelt zich de rol opgedrongen van geestelijk puinruimer terwül door de bgd als preventief geneeskundig werkzame instantie juist meegewerkt moet worden aan alles wat het ontstaan van geestelijk puin zou kunnen voorkomen." Zo luidt één van de konklusies van het jaarverslag van de bgd over 1975, dat onlangs gereed kwam. De bgd blijkt in de huidige opstelliing wel te kunnen functioneren als opvangstation van de massa uitgezonden signalen van mensen, die om hulp vrageii maar kan zich ten opzichte van al diegenen, die deze signalen geven, slechts ten,dele waar maken om bedrijf en medewerkers werkelqk te kunnen helpen. Van een adekwate verzuimbegeleiding bij de VU is bv. op dit moment geen sprake zo constateert het jaarverslag. 'Een doordachte, gecoördineerde aanpak ontbreekt. Het (ziekte) verzuim wordt op de schouders van de bgd gelegd, waarvan dan een heilzaam-verzuimbeperkend effect wordt verwacht. Maar de bgd Isan dat niet waar maken.' Verzuimbegeleiding beschouwt de bgd overigens wel als een wezenUjk onderdeel van het takenpakket van de bedrijfsarts. Niet in de zin van de vroegere „ziektewetcontrole" maar wel vanuit het oogmerk een bijdrage te leveren aan preventieve gezondheidszorg voor groepen medewerkers. De bedrijfsarts kan dat niet alleen. Hij moet daartoe samenwerken met vele andere functionarissen binnen de organisatie. De bgd ziet arbeidsverzuim namelijk niet als identiek met ziekteverzuim. Het omvat veel meer. Het is een gedrag, dat optreedt als een „verzuim-behoefte-drempel" wordt overschreden. Deze drempel is geen vast gegeven maar varieert van persoon tot persoon en is afhankelijk van talloze variabelen, waaronder vele niet-medische. Arbeidsverzuim is maar zeer ten dele een medisch probleem. Eerder is het voornamelijk een psycho-sociaal bepaald probleem, ledere bedrijfsarts weet hoe werk en werkomstandigheden invloed hebben op het verzuimgedrag. Het zwaartepunt in de verzuimbegeleiding door de bedrijfsarts is gericht op het achterhalen van de verzuimredenen; „Waarom nam de medewerker- het besluit het werk te staken?". Slechts op deze wijze wordt kennis verkregen

Cursus Caraïbistiek Op woensdagmiddag, 13 oktober 1976, begint in Utrecht de tweede interuniversitaire doctoraal cursus Caraïbistiek. Door samenwerking van de Nederlandse universiteiten in de Interuniversitaire Onderwijs Commissie Caraïbistiek is het mogelijk voor doctoraal studenten zich in de Caraïbische regio te specialiseren, ofwel door het volgen van de colleges van het eerste jaar (als bijvak of keuzeonderdeel binnen het hoofdvak) of door de volledige cursus te volgen (als hoofdvakspecialisatie) . Het eerste jaar, 1976/77, vormt de Algemene Inleiding in het gebied (75 college-uren en circa 1400 p. literatuur) in de vorm van hooren diskussie-coUeges; het tweede jaar, 1977/78, bestaat uit het schrijven van een gespecialiseerd werkstuk onder leiding van een docent (circa 1200 p. literatuur minimaal, afhankelijk van de eisen, die voor de betrokken student gelden). Het eerste jaar is verdeeld in drie secties: Geschiedenis van het gebied - Externe relaties en afhankelijkheid - Typen van Caraïbische samenlevingen. Ter bekostiging van een informatie-pakket wordt een inschrijfgeld van ƒ15 gevraagd. De organisatorische en administratieve begeleiding van de cursus is in handen van de CaraiTsische Afdeling van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde-te Leiden, waar men voor informatie terecht kan: Stationsplein 10, tel. 071-148333, toestel 4033 (René Mevis of mevr. B. Cohen Stuart). De colleges van het eerste jaar worden gegeven in het Academiegebouw, Domplein 29 te Utrecht, zaal 8, op woensdagmiddag van 14-17 uur, van 13 oktober 1976 tot en met 18 mei 1977.

Verzuim grotendeels psycho-sociaal bepaald over gezondheidsbedreigende invloeden in de arbeidssituatie, waardoor gezondheidsbeschermende maatregelen worden verkregen. Om deze reden acht het jaarverslag een zorgvuldige systematische verzuimregistratie van groot belang.

Verkeerd beeld van de bgd De administratief-organisatorische inbreng van de elementaire verzuimgegevens faalt echter. Veel medewerkers zijn niet op de hoogte van hun rechten en plichten tijdens ziekte en beschouwen de bgd als een controlerende en niet als een hulpverlenende dienst. Een dergelijke optiek blokkeert de verdere ontwikkeling van preventieve gezondheidszorg. De bgd bepleit dan ook een grondige heroriëntering op het arbeidsverzuim. Wat de statistieken over het (ziekte) verzuim betreft. Die laten in het algemeen een stijging van het verzuim zien. De verzuimfre'kweiitie van ^die totale VU, AZVU en S W (school voor verpleegkundigen) populatie over 1975 vertoont ten opzichte van 1974 een duidelijke toename (in 1973: 151 tegen 109 in 1974). Ten opzichte van 1973 is er sprake van een liohte stijging (144 in 1973). De gemldidêlde vevsaim.duur vertoont een dalende tendens terwijl het verzuimpercentage over 1973, 1974 en 1975 ongeveer gelijk bleef.

Het onvolledige vertekende beeld, dat de cijfers van het wetenschappelijk personeel laten zien wordt in het jaarverslag betreurd. Als men (ziekte) verzuimgegevens wil hanteren als gezondheidsindicatoren dan wordt hier een kans gemist op deze wijze gezondheidsbedreigende factoren binnen het arbeidsmilieu aan het licht te brengen. Het gevolg is, dat onder meer sociaal-geneeskundige interventie niet plaats kan vinden omdat dit waarschuwingssignaal ontbreekt, aldus het jaarverslag. Een zeer hoog verzuimcijfer wordt aangetroffen bij de voedingsdienst en het huishoudelijk personeel van de centrale diensten, de voedingsdienst van de medische faculteit en die van de faculteit der wis- en natuurkunde. Opvallend bij de verzuimcijfers van de AZVU is, dat de mannelijke medewerkers een hoger verzuimpercentage hebben dan de vrouwelijke medewerkers, een zeer ongebruikelijke bevinding in nederlandse verzuimstati.='tieken, sedert 1967. Ook de gemiddelde verziiimduur is wat de mannen betreft toegenomen. Een uitgesproken hoog ziekteverzuim wordt aangetroffen in de sector van de civiele diensten. (J. K.)

Trip over onderzoek Op de Technische Hogeschool Eindhoven vindt op woensdag 6 oktober een studiedag plaats over het onderwijs en onderzoek op de afdeling bouwkunde. De minister voor wetenschapsbeleid, F. Trip, zal spreken over het regeringsbeleid inzake onderzoek in de toekomst. Voorts zullen verschillende sprekers tal van aspecten van het onderzoek op de afdeling der bouwkunde belichten. De studiedag begint om 8.55 uur en wordt gehouden in de grote zaal van het auditorium. Belangstellenden, ook van buiten de TH zijn welkom.

Relatief veel psychische

Studenten hebben veel behoefte aan privacy

Huur vaal( 20 procent van siudenteniniconien Bijna de helft van de studenten, die woonruimte huren in Groningen, betaalt meer dan 20 procent van het netto-inkomen aan de kale huur. Bovendien hangen de huren van kamers niet of nauwelijks samen met de kwaliteit van die kamers. Dat blijkt uit een onderzoek dat gedaan is naar de woongewoonten van studenten en naar hun wensen ten aanzien van voorzieningen op dit gebied. Het onderzoek werd verricht door een projectgroep van de afdeling sociale psychologie van de rijksuniversiteit te Groningfen in opdracht van het centraal bestuursorgaan voor studentenvoorzieningen van de Groningse universiteit. Bij het onderzoek werd ook nagegaan wat de eet- en sportgewoonten van de studenten waren en welke wensen er op dit gebied bestonden. In totaal werden byna 2500 studenten (hbo en wo) ondervraagd. Opvallend was de behoefte aan privacy en huiselijk-

afkeuringen

Geflatteerd

Bgd te weinig 'op bezoek'

De landelijke verzuimcijfers liggen beduidend hoger dan bij de VU (177 bij mannen en 276 bij vrouwen in 1975). In het jaarverslag wordt het overigens voorbarig g-enoemd ' op grond van deae gegevens te concluderen, dat leven en werken aan VU en AZVU veel gezonder is dan elders. Vooral binnen de universiteit bij de faculteiten komt nameUjk een belangrijk gedeelte van met name het kortdurende verzuim niet aan het licht. Hierdoor geven de cijfers een geflatteerd beeld van de werkelijkheid. Verder valt uit de cijfers ook te constateren, dat landelijk gezien het verzuim heel licht daalt terwijl bij de VU het verzuim toeneemt.

De bedrijfsgeneeskundige dienst van de VU laat nog steeds onvoldoende zijn gezicht in het „bedrijf" zien. Er worden te weinig bedrijfsbezoeken afgelegd zo blijkt uit het jaarverslag van de bgd over 1975. Onder bedrijfsbezoek wordt verstaan, dat de bedrijfsarts uit de ivoren toren van zijn eigen dienst treedt om zich op de hoogte te stellen van bv. de ruimte, waarin gewerkt wordt of het binnenklimaat waarbij gewerkt wordt. De zwaarte van de taak, de lichamelijke en geestelijke belasting, de onderlinge verhoudingen en de mate van arbeidsvreugde zijn ook punten waarop de bedrijfsarts let

Cvb doet beroep op Amrobanic Het cvb van de Groningse universiteit heeft een dringend beroep op de Amro-bank gedaan om haar beleid t.a.v. Zuid-Afrika te herzien. Het cvb heeft zich zowel tot de raad van bestuur van de Amrobank als tot de plaatseUjke direktie in Groningen gewend. Het college meent, dat de financieel-ekonomische relaties van de bank met Zuid-Afrika in politiek en ethisch opzicht niet neutraal kunnen zijn. Elke financieel-ekonomische hulp aan Zuid-Afrika, direkt of indirekt geboden, wordt

een ondersteuning, of versterking (geacht van de apartheidspolitiek en daarom laakbaar genoemd. Herziet de Amro-bank de relaties niet, dan behoudt het cvb zich het recht voor in overleg met de ur in overweging te nemen welke konsekwenties het uit zijn standpunt zal trekken. In het geldverkeer van de rijksuniversiteit van Groningen (o.a. 'salarisrekeningen) speelt de Amro-bank een belangrijke rol.

bij zo'n bezoek. En verder zijn er bv. nog punten als stralingsgevaar, toxicologische (vergiftigings) risico's en geluidsoverlast. Met grote moeite vindt de dienst de tijd om gehoor te geven aan verzoeken om bezoek aan bedrijfsonderdelen, waarover klagende signalen binnenkomen op spreekuren. En een goed gecoördineerd spontaan bezoek aan alle bedrijfsonderdelen moest totnogtoe door tijdgebrek een utopie blijven. Gestreefd wordt wekelijks iedere bedrijfsarts één middag vrij te maken voor „bedrijfsbezoek", maar in de praktijk komt hier vrijwel niets van terecht, doordat „spoed"keuringen, besprekingen en allerlei andere incidentele beroepen op de tijd van de bedrijfsarts hem weer binden binnen de muren van de eigen dienst. Ook een goede documentatie van (te weinig gedane) verrichtingen is nog niet van de grond gekomen. Slechts met de natte vinger kan gemeld worden wat de aard van de vastgestelde feiten is. Genoemd worden in het jaarverslag: hinderlijk binnenklimaat, psycho- en socio-somatische factoren, over (soms onder-) belasting, kommunikatiestoornissen en onvoldoende introduktie en begeleiding van nieuwe medewerkers of van oudere medewerkers bij funktieverandering. Om het bedrijfsbezoek beter uit

heid by het merendeel der studenten. Zo is er een duidelijke wens naar voren gekomen bij bewoners van studentenflats om de kook- en wasgelegenheden met minder mensen te hoeven delen. Ook in de eetgewoonten komt de drang naar huiselijkheid tot uiting. De meeste studenten bereiden en nuttigen thuis hun maaltijden. Overigens zou er ook voor een nieuwe mensa, mits in de binnenstad, voldoende klandizie zijn. Wat betreft de sportgewoonten van de studenten blijkt dat 77 procent aan de een of andere sport doet (denksporten buiten beschouwing gelaten). 94 procent" van de studenten gaven de wens te kermen iets aan sport te willen doen, wanneer zij dat op dit moment niet deden. Om nietsporters tot sporten te bewegen zou vooral in de avonduren en in de weekends de gelegenheid tot sporten uitgebreid moeten worden, zo concluderen de leden van de projectgroei>en uit het in' 1975 gedane onderzioek.

de verf te laten komen in de nabije toekomst denkt de bgd aan reorganisatie van haar werkzaamheden. Ook wordt gedacht aan de inschakeling van een bedrijfsverpleegkundige. Het jaarverslag vermeldt ook dat in 1975 46 medewerkers van de VU werden voorgedragen voor een invaliditeitskeuring. Er werden 36 keuringen verricht. Bij de helft van deze keuringen werd de gekeurde voor 80 tot 100 procent invalide verklaard. Opvallend is dat verreweg de vaakst voorkomende reden voor afkeuring psychiatrische afwijkingen betreft (14 gevallen). Daarna volgen hart en bewegingsapparaat (7).

Spontane

meldingen

Vijf keer werd gebruik gemaakt van de nieuwe mogelijkheid om door middel van een „spontane melding" van een medewerker bij het Alg. burgerlijk pensioenfonds in een vroeg stadium een volledige of definitieve afkeuring te voorkomen. Dit werd bereikt door omscholing of overplaatsing, waardoor een nieuwe arbeidsfase met de fnog) aanwezige validiteit kon worden begonnen. Het periodiek bedrijfsgeneeskundig onderzoek, dat in 1970 voor medewerkers van VU en AZVU door de bgd op vrijwilligheidsbasis werd gestart voor de oudste leeftijdscategorieën, is zo ver gevorderd, dat allen, die 45 jaar of ouder zijn, in 1975 aan de beurt konden komen. De hoop qm in een kortere tijdspanne tot nog lagere leeftijdsniveaus te kunnen doordringen, ging onvoldoende in vervulling. (J. K.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen