GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 2006-2007 - pagina 255

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 2006-2007 - pagina 255

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

AP VALVAS 18 JANUARI 2007

W E T E N S C H A P

PAGINA 5

> Weetjes

Kennisoverdracht 'Advocaten dragen te weinig kermis over aan collega's. Daardoor zijn juristen vaak bezig het wiel opnieuw uit te vinden', stelt Martin Apistola m zijn dissertatie waarop hij donderdag 18 januari promoveert. Uit zijn onderzoek blijkt dat advocaten wel hun vakkermis met directe collega's delen, maar veel mmder met andere kantoorgenoten. Binnen de kantoren bestaat ook weinig aandacht voor kennisoverdracht. Als er al een strategie voor kermisoverdracht is, is die meestal gericht op formele kennis die kan worden vastgelegd in handboeken of een database. De kennis om complexe problemen op te lossen bestaat echter veelal uit intuïtieve kermis die gebaseerd is op jarenlange ervaring, inzicht en creativiteit van de betreffende advocaten zelf, stelt Apistola. Het is belangrijk om deze kennis ook over te dragen via bijvoorbeeld trainingen en seminars. (DdH)

Stemming

Geboren: De Bilt, 1969 Studie: Levensmiddelentechnologie aan Wageningen Universiteit Promotie: 2002 VU, longontstekingen in verpleeghuizen Onderwerp: Sterven met dementie in verpleeghuizen Functie: Postdoc onderzoeker Voor jonge talentvolle wetenschappers bestaat de Veni-subsidie van 200.000 euro voor dne jaar onderzoek. Deze NWO-beurzen worden toegekend aan gepromoveerden die een veelbelovend onderzoeksvoorstel indienden. Dit Is het zesde deel in een sene portretten van onderzoekers aan de VU die recentelijk een Veni-beurs kregen. TEKST: DIRK DE HOOG FOTO: CHRISTIAAN KROUWELS

Het meten van onbehagen

"Ik onderzoek wat de kwaliteit van leven en sterven is van dementerende bejaarden in verpleeghuizen en de tevredenheid van familieleden over de geboden zorg m de laatste levensfase. En alles wat daarmee samenhangt. Omdat dementerende bejaarden zelf niet meer kunnen aangeven hoe zij zich voelen en de situatie ervaren, gebruik ik een meetinstrument waarmee ik bijvoorbeeld kan vaststellen of iemand angstig is of een moeizame ademhaling heeft. Dat noem ik vormen van discomfort. Ik ga in vijftien verpleeghuizen onderzoek doen naar zo'n vijfhonderd patiënten en verzamel gegevens bij artsen, verpleegkundigen en natuurlijk familieleden." Wat maakt jouw onderzoek vernieuwend? "Eigenlijk weten we niet zoveel over de omstandigheden waaronder dementerende bejaarden in verpleeghuizen overlijden, terwijl dat steeds vaker gebeurt nu de bevolking vergrijst. Doel van mijn onderzoek is de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Als we weten welke factoren bijdragen aan het welbevinden van patiënten en hun familie, kurmen verpleeghuizen daar hun voordeel mee doen. Een voorbeeld is de aandacht voor het bestrijden van pijn." Waarom aan de VU? "Dit onderzoek ligt in het verlengde van mijn promotie hier. Daarbij heb ik gekeken naar verpleeghuisbewoners die longontsteking kregen. Dat is een belangrijke doodsoorzaak bij dementerende bejaarden. Nu kijk ik naar alle stervensgevallen. Bovendien heeft het VU medisch centrum veel expertise op het gebied van palliatieve behandeling en ouderenzorg. Hier was in Nederland bijvoorbeeld de eerste opleiding tot verpleeghuisarts. Wetenschappers uit de hele wereld komen naar onze onderzoeken kijken. "Het was voor mij gewoon praktisch om aan de VU te blijven. Ze hebben mij hier ook de mogelijkheid geboden een subsidieaanvraag te schrijven en toen die in eerste instantie werd afgewezen, hebben ze me geholpen aan het werk te blijven." Waarom kreeg juist jij die beurs? "Nu ja, dit is mijn derde aanvraag. Twee eerdere voorstellen zijn afgewezen. Dat ik er nu wel doorheen gekomen ben, komt doordat ik door de eerdere af-

wijzingen mijn aanvraag heb kunnen verbeteren. En ik heb geleerd van de gesprekken met de commissie. Eerlijk gezegd had ik ook het gevoel dat die nu meer in mijn onderzoek was geïnteresseerd dan voorgaande jaren. Harde bètaonderzoeken scoren beter. Daar wordt een kwart van de aanvragen beloond. Uit de zorghoek is dat nog geen tien procent. Ik kreeg onverwachte vragen zoals waarom ik voor mijn onderzoek geen bloed ging afiiemen bij bejaarden. "Ik heb ook een interviewtraming gedaan. Daar heb ik onder meer geleerd zelfverzekerder over te komen. Je moet zo'n commissie kurmen overtuigen dat jij de enige en de beste bent. Wat ook meetelt, is dat ik een bèta-achtergrond heb; ik ben afgestudeerd als ingenieur en heb internationale ervaring. Vaak vinden commissieleden sociale onderwerpen wel relevant, maar de aanpak te soft. Deze commissie vond het boeiend dat ik de meetinstrumenten, die ik in eerder onderzoek gebruikte, grondig had getest en al een risicoscore had ontwikkeld." Wat was je zonder die beurs gaan doen? "Ik was me al aan het oriënteren op andere banen. Bij wetenschappelijke banen is het vaak problematisch om in deelojd te werken. Dat wil ik om ook goed voor mijn kinderen te kunnen zorgen. Ik wil een baan van dne dagen in de week. Er was hier bij verpleeghuisgeneeskunde bijvoorbeeld een vacature voor een senior onderzoeker, maar dan moest ik minimaal vier dagen werken. Ik heb bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu gesolliciteerd en daar wilden ze me bij hoge uitzondering voor drie dagen aannemen. Maar deze beurs heb ik natuurlijk voor laten gaan. Nu ben ik voor vijfjaar onder de pannen en ik heb ook nog voor een dagdeel een aanstelling bij het VUmc. "In totaal werk ik al elf jaar op contractbasis. Dat is soms best ontmoedigend. Als je geen perspectieven hebt, ga je ook zelf mmder in je onderzoek investeren. Nu is het weer de moeite waard mijn archief te ordenen, nieuwe literatuur aan te schaffen en een studiereis naar de Verenigde Staten te maken, want ik heb in het verleden met een paar onderzoekers daar samengewerkt. Ik heb er echt weer zin in. Mijn man zei dat een contract voor vijf jaar tegenwoordig bijna hetzelfde is als een vaste aanstelling."

Gelovigen hebben in hun laatste levensweek vaker vrede met hun naderende dood dan ongelovigen. Ongelovigen zijn echter niet depressiever of angstiger om dood te gaan. Dat blijkt uit een onderzoek van Arjan Braam en Marianne Klinkenberg, onderzoekers bij het Lasa {Longitudinal Aging Study Amsterdam)-project van de VU en het VUmc. De studie naar de stemming van ouderen in hun laatste week verscheen in een speciale editie van het Tijdschrift, voor Gerontologie en Genatne, ter gelegenheid van het vijfcienjange bestaan van Lasa. Braam en Klinkenberg ondervroegen 270 ouderen en hun nabestaanden. Of die ouderen al eerder last hadden van somberheid, bleek veel bepalender voor hun stemming in de laatste levensweek dan hun geloof. Mensen die eerder in hun leven depressief waren, hebben meer kans om ook angstig en depressief te zijn in de week voor hun overlijden. (WV)

Irak 'De human iêcunfy-strategie die president Bush in Irak wil uitvoeren, werkt alleen met Irakese soldaten', betoogt bijzonder hoogleraar burgerinitiatieven m oorlogssituaties Mient-Jan Faber in de Volkskrant van 16 januari. Soldaten moeten de wijken in om de burgers het vertrouwen te geven dat zij op hen kunnen rekenen m noodgevallen. Bovendien hebben ze de burgers nodig om informatie te verzamelen. Alleen moeten daarvoor geen Amerikaanse, maar Irakese troepen worden ingezet, meent Faber. 'De geschiedenis leert dat buitenlandse troepen dit type oorlog zelden kunnen stoppen.' (PB)

Thuistest Zo'n 45.000 vrouwen uit Noord-Holland en Flevoland krijgen biimenkort een thuistest voor baarmoederhalskanker. De afdeImg pathologie van het VUmc onderzoekt de afgenomen monsters. De vrouwen die de zogenoemde 'thuiskit' ontvangen, reageerden met op twee eerdere oproepen om een uitstrijkje te laten maken. Deze test zal naar verwachting zo'n uen vrouwen met baarmoederhalskanker en 240 vrouwen met een voorstadium van deze kanker opsporen. Het VUmc wil weten of vrouwen die niet hebben gereageerd op een uimodigmg voor een uitsmjkje, wél meewerken als ZIJ het thuis kunnen doen. Vrouwen tussen dertig en zestig jaar knjgen elke vijf jaar een uimodiging voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Dertig procent doet niet aan mee het bevolkingsonderzoek. (FB)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2006

Ad Valvas | 576 Pagina's

Ad Valvas 2006-2007 - pagina 255

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2006

Ad Valvas | 576 Pagina's