GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 2006-2007 - pagina 511

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 2006-2007 - pagina 511

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

A P VALVAS 7 JUNI 2 0 0 7

V \ y E T E N S C H A P

PAGINA 9

Van archeologie tot marktplaats

De concurrentieslag om oude scherven Er wordt meer opgegraven dan ooit, maar het niveau van de opgravingen is bedenkelijk. De archeologisclie depots puilen uit met potten en scherven waar nooit meer iets mee gebeurt. Dat het ook anders kan, bewijst het VU-onderzoek bij TielPassewaaij. WELMOED VISSER

Er is veel veranderd in de archeologie. Tien jaar geleden nog was archeologie een studie waar je geen droog brood mee kon verdienen, tegenwoordig worden studenten uit de collegebanken geplukt door opgravingbedrijfjes. Sinds de invoering van het Verdrag van Malta in 1992 moet bij elk bouwproject eerst worden onderzocht of er bodemschatten in de grond zitten. Dat levert veel werk op, waardoor de archeologiebedrijfjes als paddenstoelen uit de grond konden schieten en er bijna geen archeologen werkloos zijn. De laatste jaren is de concurrentie tussen deze bedrijfjes echter zo groot geworden dat de kwaliteit van het onderzoek eronder lijdt, stelt een KNAW-commissie onder voorzitterschap van letterendecaan Douwe Yntema in een alarmerend rapport. Negentig procent van de opgravingen gebeurt door commerciële bedrijven. De rol van de universitaire archeologie is door de vercommercialisering sterk teruggedrongen: universiteiten kunnen niet tegen een concurrerende prijs graven. Bovendien hebben universitaire afdelingen het druk met de toestroom van studenten. Want het gunstige arbeidsperspectief vertaalt zich in veel grotere studentenaantallen. Malta is zeker goed voor de werkgelegenheid: vijftien jaar geleden waren er zo'n driehonderd archeologen werkzaam in Nederland, nu zijn het er ruim duizend. De commercialisering zou geen probleem hoe-

Bedrijven beconcurreren elkaar op prijs en snelheid^ niet op de waarde van het onderzoek ven te zijn als de universiteiten het materiaal van commerciële opgravingen als basis zouden kunnen gebruiken voor hun wetenschappelijk onderzoek. Maar het niveau van de verplichte checklist bij archeologisch onderzoek, de zogeheten basisrapportage, is vaak zo ver onder de maat dat er wetenschappelijk weinig mee te beginnen is, stelt de KNAW.

Rapportenkerkhof Degene die de bodem verstoort, moet het archeologisch onderzoek betalen. Vaak is dat een projectontwikkelaar of de overheid. Deze opdrachtgever is erbij gebaat dat het onderzoek zo snel en goedkoop mogelijk wordt uitgevoerd en dat is waar de archeologische bedrijven elkaar op beconcurreren: prijs en snelheid, niet op de waarde van het onderzoek voor de wetenschap of het grote publiek. Sterker nog, als er iets van waarde naar boven komt, is dat pech voor alle betrokkenen. Voor echt bijzondere vondsten is er een pot voor excessieve lasten bij het ministerie van OCW, maar in de meeste gevallen is er geen extra geld en dan is het zaak om de verplichte basisrapportage zo snel mogelijk af te maken en de gevonden voorwerpen naar de uitpuilende provinciale depots te brengen. Dus hoe minder er gevonden wordt, des te beter. "De huidige werkwijze leidt tot een enorm rapportenkerkhof', zegt Jan Kolen, bijzonder hoogleraar erfgoed van stad en land aan de VU. "Er zijn bergen rapporten geproduceerd waar niemand meer naar omkijkt." Kolen heeft de archeologie zien veranderen. Hij werkte jarenlang in de commerciële archeologie en stond aan de wieg van Raap, nu een van de grootste archeologiebedrijven in Nederland. "Maar in de jaren negentig was het werk bij die bedrijven fundamenteel anders", vertelt Kolen. "Er was toen wel nog ruimte

'"«llj^^^^cJ»

Gedraaid aardewerk uit Tïei-Passewaaij

voor wetenschappelijk onderzoek. Dat kwam onder andere omdat de bouwprojecten groter waren: de Betuwelijn, de HSL. Voor de archeologie waren die enorme overheidsprojecten niet slecht, omdat er geld v/as voor wetenschappelijk onderzoek."

Grondsanering De bouwprojecten in Nederland zijn kleinschaliger geworden. Niet de centrale overheid, maar projectontwikkelaars of gemeenten hebben de leiding. Het archeologische graafwerk raakte daardoor versnipperd. "Bovendien zijn de budgetten bij deze kleine projecten klein en is de concurrentie tussen commerciële bedrijven fel. Je ziet dat het archeologievrij verklaren van de bodem vergelijkbaar is geworden met het saneren van de grond, iets negatiefs dat zo goedkoop mogelijk moet worden opgelost", vertelt Kolen. Vaak is archeologie zelfs ondergebracht bij bedrijven die ook aan grondsanering doen. Derdejaars archeologie Marieke Arkema heeft net een bijbaan gekregen bij zo'n bedrijf, Rasenberg Milieutechniek. "Ik merk nu al dat de insteek daar heel anders is dan bij de universiteit. We zijn bezig met een reclamefolder over ons werk. Daarbij ligt de nadruk toch wel erg op de prijs." Arkema denkt dat het een deel van de oplossing zou zijn om scherpere keuzes te maken binnen de archeologie. "We doen nu alles wat er toevallig uit de grond naar boven komt een beetje, maar het zou beter zijn als er meer geld gaat naar projecten die echt interessant zijn." Nico Roymans, VU-hoogleraar Provinciaal-Romeinse archeologie, is het met haar eens. "Er wordt ontzettend veel opgegraven, maar aan het meeste heb je weinig. Dat komt in provinciale depots terecht en daar blijf het liggen. Je zou projecten misschien vooraf moeten beoordelen op het vernieuwend potentieel. Bij de opgravingen in Tiel wisten we bijvoorbeeld vrij snel dat we iets belangrijks hadden (zie kader). Roymans denkt aan een systeem waarbij er een apart subsidieprogramma van NWO komt voor synthetiserend onderzoek, zoals archeologen dat noemen: onderzoek waarbij grotere verbanden worden gelegd. "Het onderzoek bij Tiel-Passewaaij hebben we kunnen doen omdat er tijdelijk zo'n subsidieprogramma was. Oogst van Malta, maar zoiets zou structureel moeten zijn."

Aansprekende verhalen Juist het synthetiserende onderzoek verdwijnt in de huidige situatie. Er is geen tijd voor grote lijnen, bredere perspectieven en reflectie. Daarmee verdwijnen ook de aansprekende verhalen uit de archeologie, want die haal je niet uit een basisrapportage. Dat zijn lijsten die voor niet-archeologen weinig interessant zijn. Kolen: "Archeologie is een lijst geworden die moet worden afgewerkt voordat de projectontwikkelaars verder kunnen. Terwijl de aard van het vak juist constructiefis: gericht op het vertellen van verhalen uit het verleden." Kolen vindt het een gevaarlijke ontwikkeling: "Mensen gaan zich afvragen wat er gebeurt met al dat geld dat naar de archeologie gaat. Daar moet iets tegenover staan in de vorm van

Beschaafde jongens, die Bataven De Bataven waren veel minder boers en onontwikkeld dan altijd werd aangenomen. Ze spraken Latijn, hadden Romeinse namen en sommigen konden zelfs lezen en schrijven, blijkt uit het grote archeologisch onderzoek van de VU bij Tiel-Passewaaij. Bij deze opgraving zijn resten van geschreven correspondentie gevonden: bronzen zegeldoosjes waarmee de Romeinen hun wasplankjes verzegelden als ze er een brief op hadden geschreven. Tot nu toe waren die doosjes en de bijbehorende wasplankjes vooral in legerplaatsen aangetroffen. Daarom namen wetenschappers aan dat alleen Romeinse soldaten konden lezen en schrijven. Deze vondst duidt erop dat een deel van de Bataafse bewoners ook geletterd was. Uit vondsten van wasplankjes in Engeland blijkt dat gerekruteerde soldaten inderdaad correspondeerden met hun familie thuis en dat ze Romeinse namen droegen. "De Bataven hebben ontzettend veel soldaten geleverd. Uit elk gezin gingen er wel één of twee mensen in het leger. Dat heeft als gevolg gehad dat de Bataven veel geromaniseerder waren dan altijd werd aangenomen. Ze verzorgden hun lichaam zoals de Romeinen dat deden, aten als Romeinen. Talloze vondsten in Tiel zijn daar een bewijs voor", aldus Roymans, die de wetenschappelijke leiding had over het onderzoek. Het onderzoek bij Tiel was de grootste opgraving ooit in Nederland, over een terrein met de lengte van een kilometer. Amateurarcheologen, commerciële archeologen en wetenschappers werkten samen. "Omdat we konden aantonen dat dit een bijzondere vindplaats was, hebben we van NWO geld gekregen voor drie promovendi", zegt Roymans. Al met al heeft het onderzoek in Tiel een tentoonstelling en een boek vol verhalen en nieuwe wetenschappelijke inzichten opgeleverd over het dagelijkse leven in een Bataafs dorp aan de rand van het Romeinse rijk. "Zoiets had je nooit kunnen klaarspelen zonder geld van de overheid", aldus Roymans, "maar het levert uiteindelijk ook meer op dan al die losse commerciële opgravingen."

boeken, tentoonstellingen of interessante ontdekkingen. Als dat niet zo is, ben ik bang dat over een aantal jaar de vraag komt: waar doen we het eigenlijk voor?" Kolen denkt dat de commerciële bedrijfjes en de academische archeologie samen aan de overheid moeten laten weten dat het huidige systeem met werkt. Of die bedrijven daar ook belang bij hebben? Op de langere termijn wel, denkt Kolen. "Er zou voor de archeologie een vergelijkbare actie moeten komen als voor de verrommeling van het platteland. Daarvan werd altijd gedacht dat het projectontwikkelaars niets kon schelen, totdat die vorig jaar samen met milieu- en landschapsorganisaties aan de bel trokken. Toen moest de overheid wel luisteren." Redactie Nico Roymans, Ton Derks en Stijn Heeren. Een Bataafse gemeenschap in de wereld van het Romeinse njk, opgravingen te Tiel-Passewaaij, Uitgevenj Matrijs, € 29,95. De tentoonstelling is te zien in liet Streel<museum Tiel. Info: www. streekmuseumtiel.nl. Reageren? Mail naar: redactie@advalvas.vu.nl.

/

*

*^

ik^'.V'H^'s- v ^ ^

De vierkante fles uit graf 1 2 9 van het grafveld te Passewaaij en een eerste-eeuwse bronzen hanger van paardentuig

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2006

Ad Valvas | 576 Pagina's

Ad Valvas 2006-2007 - pagina 511

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2006

Ad Valvas | 576 Pagina's