Ad Valvas 2006-2007 - pagina 89

AP VALVAS 5 OKTOBER 2006

W E T E N S C H A P

PAGINA 9

Hans Koot^ decaan Psychologie en Pedagogiek:

'Oorzaken doorgronden, dat levert wat op' De nieuwe decaan van de faculteit Psycliologie en Pedagogiek wil dat studenten bewuster voor een opleiding kiezen en op een hoger plan afstuderen. Hoe wil hij die hoge kwaliteit realiseren?

Koot in 't kort Hans Koot (55) kwam in 2002 naar de VU om hoofd te worden van de afdeling ontwikkelingspsychologie. in de tijd dat Koot aan de VU verbonden is, was hij ook onder meer directeur van het Amsterdams Centrum voor Kinderstudies en hoofd van de onderaoeksschool Study of Education and Human Development (ISED). Daarvoor werkte hij onder meer als researchpsycholoog aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam bü het Sophia Kinderziekenhuis, waar hij in 1999 hoogleraar werd. Kooi begon zijn loopbaan als verpleger en sociotherapeut in psychiatrische instellingen, daarna ging hij in Nijmegen psychologie studeren en hij slaagde in 1983 cum laude. Tien jaar later promoveerde hij opnieuw cum laude in Rotterdam. Hij doet al jarenlang longitudinaal onderzoek naar emotionele en gedragsproblemen bij kinderen en jongvolwassenen. In zijn onderzoekspopulaties zitten nu mensen van twee tot dertig jaar. Naast zijn decanaat wil hij zijn onderzoek voortzetten. Hij zal minder aan onderwijs doen, maar blijft wel aan eerstejaars college geven.

TEKST: DIRK DE HOOG AVC/PETER VALCKX

"We hoeven niet zo nodig nog meer eerstejaars te trekken. Wel willen we het aantal mensen dat daadwerkelijk afstudeert verhogen, liefst op gemiddeld een beter niveau dan nu het geval is en meer mensen motiveren te gaan promoveren", zegt hoogleraar ontwikkelingspsychologie Hans Koot, sinds 5 september de nieuwe decaan van de faculteit Psychologie en Pedagogiek. De faculteit nam al maatregelen om de groei van het aantal studenten in goede banen te leiden. Zo kwam er een numerus fixus voor de opleiding psychologie die nu landelijk geldt, en de faculteit voerde als eerste aan de VU een bindend studieadvies in. Eerstejaars die geen 42 studiepunten halen, moeten in principe vertrekken. "Die maatregelen krijgen de meeste aandacht, maar we hebben meer gedaan om het studierendement te verbeteren", verduidelijkt Koot. "We bieden nu een intensiever onderwijsprogramma aan dan een paar jaar geleden. Ons doel is zoveel mogelijk studenten op de goede plek en door de studie heen te krijgen. Niet om zoveel mogelijk mensen weg te sturen." Het aantal herkansingen is op de faculteit teruggebracht; tientallen procenten meer studenten slagen nu bij de eerste gelegenheid. Ook heeft de faculteit een tutorsysteem ingevoerd waarbij alle studenten in de bachelorfase een docent als vaste begeleider krijgen en kunnen aanstaande studenten met onvoldoende wiskundekennis in de zomervakantie al een aanvullende cursus volgen. "We gaan door

^Ik ben voor selectie bij het begin van een master^ met onderwijsverbeteringen, zoals meer in groepen werken, waarbij studenten verplicht aanwezig zijn." Koot voelt niets voor selectie aan de poort. "Uit allerlei proeven en onderzoeken blijkt dat niet te werken. Het is ondoenlijk goed te voorspellen welke studenten het al dan niet goed zullen doen. Wel moet de voorlichting nog beter. Potentiële studenten moeten goed weten waar ze aan begirmen. Ik heb de eerstejaars dan ook welkom geheten door uit te leggen dat ze hier niet naar school gaan, maar een academische opleiding volgen. Kijk, als je hier komt omdat je graag iets doet met kinderen op een peutercrèche of zoiets, dan kun je beter een hbo-opleiding volgen."

Psychologenwens Over wat studenten aan zijn faculteit te wachten staat, is Koot duidelijk. "Wij verzorgen wetenschappelijke opleidmgen. Daarbij moeten mensen leren zelfstandig informatie te verzamelen, interpreteren en verwerken. Dat geldt niet alleen voor mensen die onderzoeker willen worden, maar ook voor academici die in de hulpverlening of andere sectoren willen werken. Daar is behoefte aan professionals die met wetenschappelijke gegevens om kunnen gaan." Koot vindt dat de masteropleidingen bij Psychologie en Pedagogiek in principe twee jaar moeten zijn. "Dat is de praktijk bij de ons omringende landen. We moeten ons niet internationaal uit de markt prijzen." Momenteel werkt een landelijke commissie aan de verwezenlijking van deze psychologenwens. Voor Koot heeft de medaille wel een keer-

'Problemen nemen toe in ernst en diepte'

Hans Koot: 'Als je hier komt omdat je graag iets doet met kinderen op een peutercrèclie of zoiets, dan kun je beter een hbo-opleiding volgen'

zijde. "Ik ben voor selectie bij het begin van een masteropleiding. Niet elke student met een bachelordiploma moet vanzelf toegang krijgen. Voor een bepaalde groep zal het bachelordiploma het eindpunt zijn, althans, wij zullen ze niet toelaten tot een van onze masters als ze niet aan onze kwaliteitseisen voldoen. Misschien dat ze elders wel terecht kunnen als ze dat willen of als bachelor de arbeidsmarkt opgaan."

Niet te wiskundig Kwaliteit staat hoog in het vaandel van Koot. "De afgelopen jaren heeft de faculteit veel geïnvesteerd in de kwaliteit van het onderzoek. Daar zien we nu de resultaten van. Binnenkort verschijnt het rapport over de onderzoeksvisitatie. Wij komen er daarbij heel goed van af Verschillende onderzoeksgroepen staan in Nederland aan de absolute top en tellen internationaal mee. Denk aan sociale en biologische psychologie, neurowetenschappen en sommige groepen bij pedagogiek: morele en religieuze ontwikkeling, innovaties in het onderwijs en mensen met een verstandelijke handicap. En we zijn de enige faculteit met een leerstoel preventie kindermishandeling. We moeten ons onderwijs koppelen aan de speerpunten in het onderzoek." Koot is niet bang dat psychologie te veel een bètaopleidmg wordt. "Laten we niet overdrijven. Zo heel veel statistiek en onderzoeksmethoden krijgen studenten nu ook weer niet voor hun kiezen. Bovendien hebben we al verschillende pakketten ingevoerd zodat er enige keuzevrijheid is bovenop het verplichte basispakket. Het is juist goed dat we door de

beschikbaarheid van betere technieken steeds meer kennis krijgen over allerlei biologische processen die met psychische functies te maken hebben. Dan begrijpen we beter wat bijvoorbeeld een depressie is. Vroeger kon de psychologie in hoge mate alleen gedrag waarnemen en beschrijven. Nu beginnen we langzaam maar zeker steeds meer oorzaken te doorgronden. Dan kun je er méér mee doen, ook in de hulpverlening door betere therapie bijvoorbeeld. Ook de pedagogiek zal steeds meer een empirisch gerichte wetenschap worden."

Economie is psychologie De hartenwens van de vorige decaan Siebren Miedema was een gezelliger gebouw met een koffiepunt waar mensen meer met elkaar in contact kwamen. Aan die wens is volgens Koot redelijk voldaan. Er zijn een dakterras en een paar ontmoetingspunten gekomen. "In het Transitorium is al van alles gedaan en er wordt nog druk verbouwd voor een beter servicepunt en onderwijsruimten. Mijn wens is dat de samenwerking tussen de verschillende afdelingen van de faculteit verder zal toenemen, want dat leidt tot echte vernieuwing en verbetering. En dat we nog meer gaan samenwerken met allerlei disciplines op de campus. Nu doen we dat al met bijvoorbeeld neurowetenschappen, criminologie, theologie, gezondheidswetenschappen en psychiatrie. Het lijkt mij een uitdaging om bijvoorbeeld ook iets met de economen te gaan doen. Er wordt tenslotte gezegd dat economie vooral psychologie is. Zo komen we middenin het hart van de universiteit te staan."

Koots ondeizoek naar emotionele en gedragsproblemen bij kinderen en jongvolwassenen is nog steeds buitengewoon actueel. "Ik denk dat er in absolute an geen stijging is van aantallen jongeren met ontwikkelings- en gedragsproblemen, maar dat de ernst en diepte van de problemen toeneemt. Overigens lijkt in Amerika wel het aantal jongeren met problemen toe te nemen", aldus Koot. Hjj pleit voor meer preventief ingrijpen. "De privacy van het gezin is natuuriijk een belangrijk gegeven, maar nu dempt men vaak pas de put als het kalf is verdronken. Goede monitoring en tijdig ingrijpen kunnen voorkomen dat problemen uit de hand lopen. We moeten accepteren dat sommige ouders nu eenmaal hulp nodig hebben bij de opvoeding. Daar kun je dan beter op tijd mee beginnen in plaats van te wachten tot er rampen gebeuren."

Cijfers Eerstejaars psychologie Eerstejaars pedagogiek Premasters pedagogiek Totaal aantal studenten A ^ o p e n jaar afgestudeerd Aantal promoties 2005 Hoogleraren 12 m, 3 v Bijzonder hoogleraren 18 m, 3 v Promovendi 19 m, 4 1 v Wetenschappelijk personeel 155 Ondersteunend en beheerspersoneel 59 Eerste geldstroom* 2005 10,8 miljoen Tweede en derde geldstroom* 3,6 miljoen * De eerste geldstroom omvat het geld dat de universiteit direct van de overheid krijgt, de tweede geldstroom Is bestemd voor speciale onderzoeksprojecten en de derde geldstroom bestaat uit onderzoeksopdrachten van bedrijven en andere organisaties. Bron: Faculteitsbureau Psychologie en Pedagogiek. Cijfers zijn bij benadering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen