GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Helpende handen - pagina 56

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Helpende handen - pagina 56

Vu-plan 1937 en Vrouwen Vu-Hulp in de jaren 1932-1997

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

VROUWEN-EMANCIPATIE

54

NAAR G E R E F O R M E E R D

BEGINSEL

en onbekommerd zouden kunnen wijden aan haar roeping als echtgenotes enmoeders. Hetisonvermijdelijkgeworden datvrouwen zich wat breder gaan oriënteren dan volgens traditionele calvinisten wenselijk is. De moderne samenleving confronteert vrouwen en meisjes met zaken waar ze een oordeel over dienen te hebben. Meer dan voorheen is het nodig dat zelfs vrouwen zich een beter begrip gaan vormen van een aantal sociale, culturele, morele en politieke vraagstukken. De maatschappelijke ontwikkeling noopte de gereformeerden dus tot hernieuwde bezinning op de positie van de vrouw in de moderne samenleving. In het interbellum verscheen een groot aantal publikaties, waarin aktuele kwesties als vrouwenarbeid en vrouwenkiesrecht door voor- en tegenstanders werden besproken. Eén van de eersten die een meer vooruitstrevend geluid lieten horen was de gezaghebbende vu-theoloog Herman Bavinck. In zijn boek De vrouw in de hedendaagsche maatschappij (1918) ging Bavinck weliswaar uit van dezelfde beginselen als Kuyper, maar gaf hij tevens aan dat deze geen beletsel mochten vormen voor de ontwikkeling en maatschappelijke participatie van de gereformeerde vrouw. De invloed van Bavinck is ookmerkbaar inhet maandblad Christelijk Vrouwenleven, dat in januari 1917 voor het eerst verscheen en zich richtte op vrouwen van orthodox-protestantse signatuur. Van gereformeerde zijde werd aan dit blad onder anderen meegewerkt door Johanna Breevoort, Henriëtte Kuyper (een dochter van Kuyper), A. M. Lindeboom-de Jong en A. C. Diepenhorst-de Gaay Fortman. Volgens Van de Streek, in haar artikel 'De christenvrouwen (1880-1940): liefdadigheid, vrouwenbeweging en politiek', wilde de redaktie een blad maken van en voor christenvrouwen. Behalve aan huishouding, opvoeding, bijbelstudie en liefdadigheid werd daarom ook aandacht besteed aan politieke en maatschappelijke onderwerpen. 'De christenvrouw heeft het zoo nodig, dat zij van christelijke zijde wordt voorgelicht in de verschillende vraagstukken die thans aan de orde zijn en haar zoo nauw raken,' schreef mevrouw Diepenhorst in een toelichting op het karakter van Christelijk Vrouwenleven. Om dit doel-het geven van deugdelijke voorlichting-te kunnen bereiken werden in deze jaren ook afzonderlijke verenigingen van en voor vrouwen en meisjes opgericht. Exclusief kerkelijk-gereformeerd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999

Historische Reeks | 164 Pagina's

Helpende handen - pagina 56

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999

Historische Reeks | 164 Pagina's