Geen duimbreed?! - pagina 95

DE G E R E F O R M E E R D E

S Y N O D E EN DE

NSB

handhaafd worden, omdat hij met zijn actief zijn in Nationaal Front het synodebesluit van 1936 inzake het lidmaatschap van de NSB ZOU hebben overtreden. 136 Hiermee gaven beide theologen aan, dat het besluit van 1936 dat in 1939 niet was ingetrokken en in 1941 zou blijven gehandhaafd, ook van toepassing was op andere organisaties en partijen dan uitsluitend de NSB. Zij grepen het tijdstip van de normale verlenging van het deputaatschap aan om dat van Van Schelven te beëindigen. H. H. Kuyper, in meer dan één opzicht de verklaarde tegenstander van Schilder, was op dat moment nog voorzitter van de deputaten voor de correspondentie met de hoge overheid en stond als zodanig onder scherpe kritiek van Schilder en diens medestanders. Kuyper had, net als de andere vu-hoogleraren, Van Schelven aangeraden voor Nationaal Front te bedanken, maar hij was niet van mening dat hij vanwege dat omstreden partijlidmaatschap als deputaat zou kunnen worden afgezet. Van Schelven had bovendien te kennen gegeven voor de partij van Arnold Meijer te bedanken. Toevalligerwijs werd ook nog gedacht aan uitbreiding van het aantal deputaten, zodat de noodzaak Van Schelven aan de kant te zetten, vervallen leek. Toch bleven Schilder en Den Hartogh bij hun standpunt, waarop de beide vuhoogleraren Hepp en Grosheide met een typisch compromis aankwamen. Van Schelven zou moeten worden afgezet omdat hij zo weinig blijk had gegeven van kerkelijke meelevendheid. En zo gebeurde het. Nauta werd in zijn plaats als deputaat aangewezen. Van deze functie en van zijn préadviseurschap zou Nauta alleen maar gebruik maken om iedere poging tot principieel verzet tegen de bezetters uit voorzichtigheid zoveel mogelijk af te zwakken. De problemen rond Van Schelven hingen dus nauw samen met het optreden tegen de N S B door de Gereformeerde Kerken. Kuyper en Hepp waren van mening, dat door de bezetting op dit punt een hele andere situatie geschapen was. 137 Destijds had het anti-NSB besluit, waar Kuyper toentertijd fel tegen had geageerd, de volledige instemming van de regering, die toen ook nog eens onder leiding stond van Colijn, de gereformeerde voorman bij uitstek. Maar, zo redeneerde Kuyper, nu lag de situatie anders. De huidige Nederlandse overheid, dat wil zeggen het college van secretarissen-generaal en de Duitse bezetters, moesten juist niets hebben van een optreden tegen de N S B. Schilder stond in deze zaak lijnrecht tegenover Kuyper en werd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen