GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen duimbreed?! - pagina 123

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen duimbreed?! - pagina 123

De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

I N V O E R I N G V A N DE

ARBEIDSDIENST

dienst, in december 1 9 4 0 voortgekomen uit de Opbouwdienst, werd geheel naar het model van de Reichs Arbeits Dienst in Duitsland als een nationaal-socialistische organisatie opgezet, al werd dat karakter in het begin nog wat bemanteld. Oorspronkelijk was uitgegaan van een organisatie op vrijwillige basis, maar omdat men arbeidskrachten nodig had en vooral omdat men meende op deze manier jonge mensen te kunnen indoctrineren met de nazi-ideologie, werd besloten de vervulling van de arbeidsdienst verplicht te stellen. Begin december 1941 ontvingen de curatoren van de vu al een schrijven van Van Dam, waarin een verplichte arbeidsdienst van zes maanden werd aangekondigd, welke zou moeten worden vervuld in de periode januari tot juli of juli tot januari. 59 Als overgang zou in 1942 slechts arbeidsdienst moeten worden verricht van juli tot en met oktober. Daarom kwam Van Dam met een nieuwe regeling voor de vakanties, waarbij hij ook gedacht had aan het optreden van de hoogleraren als gecommitteerden bij de mondelinge eindexamens van de middelbare scholen, die dat jaar van 27 april tot en met 30 mei 1942 zouden worden gehouden. Dit laatste gold in het bijzonder voor hoogleraren in de letteren en wis- en natuurkunde. Van Dam maakte alvast een vakantie-indeling, waarop hij echter wel commentaar van het vu-bestuur verwachtte. De kerstvakantie zou op 15 januari geëindigd moeten zijn, de paasvakantie zou lopen van 1 tot 13 april, waarna er weer een korte collegeperiode zou zijn van 13 april tot 27 april. Vervolgens zou er in de maand juni weer college moeten worden gegeven. In deze belangrijke kwestie was afstemming met de andere universiteiten nodig. De Utrechtse senaat stuurde daarom een afschrift van het aan Van Dam uitgebrachte advies rond, waarin ernstige bezwaren werden uitgebracht tegen de verkorting van de kerstvakantie, die normaal tot 26 januari zou duren, in de eerste plaats vanwege de schaarse kolenvoorraden en in de tweede plaats omdat men al twee weken eerder dan gewoonlijk begonnen was. Met de andere voorstellen ging Utrecht akkoord, op voorwaarde dat voor wis- en natuurkunde in de paasvakantie en in de maanden juli en augustus tentamens, examens en promoties zouden kunnen plaatsvinden. 60 Dat was een uitsluitend pragmatische reactie. Ook de Groningse senaat, geleid door de ss-er prof. dr. J.M.N. Kapteyn, reageerde pragmatisch, zij het ietwat kritischer. Groningen maakte bezwaar tegen het verbrokkelde onderwijs na de paasvakantie en wees op de financiële problemen van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's

Geen duimbreed?! - pagina 123

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's