GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen duimbreed?! - pagina 93

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen duimbreed?! - pagina 93

De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET P R O B L E E M VAN HET TWEEJARIG

RECTORAAT VAN

RUTGERS

Zij bleven bij hun besluit, Herr Wimmer moest daarin berusten. 1 2 9 Een goed voorbeeld van de mogelijkheden van legaal verzet tegen de Duitse eisen. Dat zoiets ook met de nodige tact gespeeld moest worden, had Rutgers goed begrepen. Hij greep daarom uiteindelijk een aanbod van zijn collega, de theoloog F. W. Grosheide, met beide handen aan om in zijn plaats de jaarlijkse diesrede te houden. 1 3 0 Aanvankelijk ging Rutgers daar niet op in, maar: 'Nu komt het mij voor dat onder de gegeven omstandigheden daarvoor wel veel te zeggen is.' Omdat zo'n rede altijd met enige nadruk in de pers werd gebracht, zou dit bij de Duitsers en bij 'anderen die hen aanhitsten de hele zaak weer in herinnering brengen'. Hij kon bovendien op een precedent wijzen: in 1905 was de diesrede ook niet door de rector uitgesproken. H. Bavinck had toen de zieke prof. P. Biesterveld vervangen, wist Rutgers in zijn antwoord aan Terpstra te melden. Maar daarmee was de zaak van de diesrede nog niet direct beslist. De directeuren bleken in eerste instantie niet van plan Rutgers zijn zin te geven. Alleen als hij wegens drukke werkzaamheden verhinderd was de rede voor te bereiden, zou hij zich mogen terugtrekken. 131 Rutgers maakte een dag later een aantekening met potlood op de laatste brief van Terpstra, waaruit blijkt dat hij telefonisch aan Terpstra had meegedeeld, dat hij wegens zijn werkzaamheden best in staat zou zijn de rede te houden; 'quid nunc?', had hij zich afgevraagd. Uiteindelijk kreeg Rutgers zijn zin. Een meerderheid van de directeuren stemde voor Grosheide als diesredenaar. Inderdaad heeft deze laatste de rede gehouden op 20 oktober 1941 in het gebouw van de Maatschappij van de Werkende Stand aan de Kloveniersburgwal, waar de vu vaak speciale bijeenkomsten hield. Van de senaat had alleen de theoloog Hepp nog enige tegenwerpingen gemaakt, maar die werden door Rutgers gemakkelijk afgewimpeld. 1 3 2 Daarmee was Rutgers tenslotte toch voor het tweede jaar achter elkaar rector geworden. Maar in 1942 kon dit staaltje niet meer herhaald worden, hoe graag sommige directeuren dit ook zouden hebben gewild. Nu moest Nauta wel zwichten en de zware taak van rector op zich nemen. Bij het begin van zijn rectoraat kreeg Nauta meteen te maken met een verzoek van Van Schelven. Van Schelven was gevraagd door het Utrechts universiteitsbestuur om de colleges vaderlandse geschiedenis van zijn Utrechtse ambtgenoot P. J. Geyl over te nemen. Geyl, één

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's

Geen duimbreed?! - pagina 93

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's