GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Worsteling naar waarheid - pagina 113

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Worsteling naar waarheid - pagina 113

De opkomst van Wiskunde en Informatica aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

EN

GELOOF

wordt, maar van het principe van de uitgesloten derde gebruik wordt gemaakt. Nu is bovenstaand bewijs voor een wiskundige nog betrekkelijk eenvoudig. Er zijn echter veel ingewikkelder existentiebewijzen-een soort waar Koksma veel mee te maken had. 1 0 3 Hij moest bijvoorbeeld aantonen dat er voor een benaderingsprobleem oneindig veel oplossingen waren. Het principe van de uitgesloten derde was echter wel iets waar hij voorzichtig mee was, vooral wanneer het oneindige in het spel was. 1 0 4 Hermann Weyl had kritiek op een bepaald soort existentiestellingen, de zogenaamde metrische, waarin wordt bewezen dat er wel oneindig vele objecten bestaan. Hij vond immers dat die niet-constructieve bewijzen niet echt overtuigend waren en weinig waarde hadden. Maar, vond Koksma, je wist dan tenminste iets, en het gaf een aanwijzing om verder naar een oplossing te zoeken. 105 Bij Koksma klinkt toch wel een sympathie voor het intuïtionisme door: daar wordt beter nagedacht over het wezen van wiskunde. De formalisten reduceren de wiskunde tot een formeel spel, waar hij zich niet mee kon verenigen. Voor de intuïtionisten was de wiskunde een 'vrije schepping', 'geheel subjectief, een opvatting die hij evenmin huldigde. 1 0 6 Hij weigerde dan ook om vanuit het geloof definitief voor één van die beide richtingen te kiezen. Daarvoor was het probleem te ingewikkeld; men kon niet eenduidig vanuit het geloof een richting in de filosofie van de wiskunde aanwijzen: 'dergelijke toevoegingen zijn allerminst één-éénduidig', vond hij. 1 0 7 Zo probeerde Koksma tussen de belangrijke stromingen in de filosofie van de wiskunde door te laveren: de wiskundige moest voorzichtig zijn met het oneindige, maar toch had hij de vermogens van God gekregen om zich dat oneindige formeel voor te stellen. Zoo zien we ook in de wiskunde, bij zijn worsteling naar waarheid, den mensch in zijn gebondenheid aan het aardsch-eindige, maar toch den mensch, in wiens hart God de eeuw gelegd heeft. 108

Koksma's collegae verzekeringswiskundigen dachten ook na over het verband tussen hun vak en het geloof. Ze werkten aan een gereformeerde universiteit en juist hun studieobject, verzekering en toeval, had voor sommige gereformeerden een bijzondere lading. Een centraal

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2004

Historische Reeks | 244 Pagina's

Worsteling naar waarheid - pagina 113

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2004

Historische Reeks | 244 Pagina's