Worsteling naar waarheid - pagina 78

NAAR EEN WIS- EN N A T U U R K U N D I G E

FACULTEIT

kregen over den heer Koksma, acht men algemeen zeer gunstig; dat een benoeming van dezen zou verhinderen, een later zich voordoend grooter wiskundig talent aan de vu toe te voegen, gelooft men niet. [...] Men besluit dat de commissie zal voortgaan met haar werk. 43

De namen van S. C. van Veen en die van ene Fockens werden genoemd voor de benoeming, maar de eerste was ethisch 44 en de andere niet gepromoveerd. Een maand later gaf men het vinden van een wiskundige op, 45 en volgde men het advies van de commissie op om met een aantal geologen in gesprek te gaan. Dit liep echter op niets uit. Misschien is het wel daardoor dat men uiteindelijk 46 meer voor Koksma ging voelen. Het zou toch niet goed zijn 'dat de weg van dezen man te benoemen thans zou worden afgesloten', zo heette het. De correspondentie over Koksma, gevoerd met diens leermeester Van der Corput, zal ook hebben bijgedragen aan de verandering van mening. 4 7 Toch gingen er op de senaatsvergadering van 30 mei 1930 stemmen op om alsnog een andere oplossing te vinden, en wel om Vollenhoven te benoemen tot hoogleraar in de filosofie van de wiskunde. Uit de notulen 48 blijkt dat Vollenhoven hiertoe wel bereid zou zijn, maar zich niet voorgoed aan de nieuwe faculteit wilde verbinden. Tevens zou zo'n noodoplossing niet aan de eisen van de wet voldoen. Men besloot daarom dit plan te laten varen en, conform het laatste advies van de benoemingscommissie, dr. Jurjen Ferdinand Koksma ( 1 9 0 4 - 1 9 6 4 ) voor te dragen voor een benoeming tot gewoon hoogleraar in de Wiskunde en dr. Marius van Haaften ( 1 8 8 0 - 1 9 5 7 ) tot buitengewoon hoogleraar in de Verzekeringswiskunde voor te dragen. Coops was er echter op tegen om ook nog een buitengewoon hoogleraar aan te stellen; er waren geen dwingende redenen om Van Haaften te benoemen. Er kon volgens hem beter gewacht worden tot de bezetting van de faculteit wat beter was. Hij vond geen bijval; de benoeming van Van Haaften was kennelijk een uitgemaakte zaak.Toch had Coops wel een punt: de benoeming van Van Haaften was strikt genomen niet noodzakelijk en de echte reden daarvoor heb ik ook niet kunnen vinden. Het feit dat hij een stuk ouder was dan Coops, Sizoo en Koksma en daarmee een soort nestor was, is waarschijnlijk de reden geweest. 49

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen