Worsteling naar waarheid - pagina 149

'GEESTVERWANTEN'

In dit nieuwe curriculum waren de onderwijstaken als volgt verdeeld: Grosheide gaf hoofdzakelijk de meetkundige vakken. Sinds het vertrek van Haantjes had hij zich immers in de differentiaalmeetkunde gespecialiseerd. Kaashoek zou zich op het onderwijs in de analyse toeleggen, samen met Maurice. Mullender, de enige getaltheoreticus die de sectie nog rijk was, zou op dit gebied en in de klassieke analyse colleges gaan geven. Men hechtte hier belang aan omdat de traditie van Koksma, die per slot van rekening ook getaltheoreticus was, moest worden voortgezet. Baayen zou onderwijs in de topologie, verzamelingenleer en maattheorie gaan verzorgen. Het onderwijs in de waarschijnlijkheidsrekening kwam op de schouders van Van Rooijen te liggen. Hij was echter al oud en men keek inmiddels uit naar een kansrekenaar die zijn plaats zou kunnen overnemen. 4 6 De aantallen studenten waren in de eerste helft van de jaren zestig echter boven verwachting gegroeid. Dit was mede te danken aan de verzelfstandiging van het Wiskundig Seminarium in 1962, toen het een aantal kamers aan De Lairessestraat 142 kreeg toegewezen en Mullender de eerste hoogleraar-directeur werd. Hij had ervoor gepleit om aparte ruimtes voor de studenten Wiskunde te hebben omdat dat de sociale o m g a n g onder studenten zou bevorderen en een positief effect op de studievoortgang zou hebben.Toen de kamers er kwamen, had Koksma tegen Mullender gezegd: 'Nou, dan moet jij maar directeur worden, want jij wilde die kamers hebben.' 4 7 De onderwijslast voor de stafleden was dermate hoog, dat nog meer uitbreiding nodig was. De sectie Wiskunde wilde graag een algebraïsch meetkundige en twee toegepast wiskundigen erbij hebben: één numeriek wiskundige en één mathematisch fysicus. Baayen had na het overlijden van Koksma ook diens taak als inspecteur van de boekerij van het Wiskundig Genootschap overgenomen. Daar kwam hij te spreken met een collega, Van Spiegel, die werkzaam was op het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR).

Die sprak Baayen aan en zei: 'We hebben op het

NLR

een wis-

k u n d i g e - e e n v l i e g t u i g b o u w k u n d i g e - , maar die jongen is eigenlijk te theoretisch voor ons, hij wil alles bewijzen: Nieuwland. Hij gaat promoveren in Groningen en hij is van jullie soort',4<s met welke laatste opmerking duidelijk werd bedoeld dat Nieuwland ook een 'geestverwant' was. Op het Wiskundig Seminarium noemde Baayen vervolgens aan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen