De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 62

EREDOCTOR

BEYERS

NAUDÉ

Tenslotte werd een advies opgesteld ten behoeve van de senaat door de Commissie Buitenlandse Betrekkingen - een officieel adviescollege, samengesteld uit diverse deskundigen (medewerkers van het Bureau Buitenland, hoogleraren, stafmedewerkers en studenten). 216 Het wees het opzeggen van de overeenkomst af. Voornaamste argument was dat de dialoog zinvol is, 'vooral nu vanuit de blanke groep zelf de kritiek op de apartheid groeiende is' en wel in het bijzonder aan de universiteit van Potchefstroom (Woord en Daad-groep). Beter was dus, de discussie met Potchefstroom aan te gaan. Daarin zou de vraag centraal moeten staan, hoe de overeenkomst heel de bevolking van ZuidAfrika ten goede zou komen, en hoe vermeden kon worden dat de uitzending van vu-docenten medeplichtigheid aan de apartheidspolitiek zou kunnen betekenen. De commissie peilde ook de meningen van de diverse faculteiten, die met nuances in meerderheid het voorstel ondersteunden. 217 De senaat stelde pas op 4 december 1970 een antwoord vast op de protestbrief van Psychologie. Besloten werd conform het advies van de commissie, een brief naar Potchefstroom te sturen; deze werd na voorafgaande instemming van directeuren op 5 april 1971 verzonden.218 De brief opende met de aankondiging, dat prof. De Wit graag later in het jaar Potchefstroom zal bezoeken. Erkend werd, dat de trage aanvaarding van diens uitnodiging samenhing 'met de ernstige problemen, waarvoor de rassenverhoudingen in uw land ons stellen en die ook ingrijpende gevolgen hebben voor de kaders, waarin in uw land het onderwijs wordt gegeven. In de kring van onze universiteit rees de vraag, of het aanvaarden van de tot Prof. de Wit gerichte uitnodiging wel in overeenstemming is met onze vaste overtuiging, dat binnen de universiteiten geen onderscheid behoort gemaakt te worden op grond van huidskleur of ras. Is het juist, zo vraagt men zich af, medewerking te verlenen aan het onderwijs, waarvan uitdrukkelijk studenten uit een bepaalde bevolkingsgroep zijn uitgesloten, enkel op grond van hun behoren tot die groep.

De senaat, ging de brief verder, meent echter dat:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen