De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 71

INVLOED

INVLOED

Aan het begin van dit hoofdstuk werden de woorden aangehaald die S. J. du Toit aan Kuyper schreef naar aanleiding van de opening van de v u : 'Wij vertrouwen, dat veel van Zuid-Afrika's zonen hun studie zullen voortzetten of voltooien aan de Vrije Universiteit'. De werkelijkheid was voorlopig anders, weten we intussen. Voor 1 9 0 0 heeft zich slechts één Zuid-Afrikaan als student aan de v u ingeschreven, in 1882, de Paarliet S. J. van der Spuy, die echter maar een paar maanden bleef. De Transvaler Jeremia Trichardt woonde in 1883 wel enige tijd bij Kuyper in huis, maar zijn voornemen om theologie aan de v u te studeren gaf hij op zelfs voordat hij zich liet inschrijven. 203 De v u was in de eerste twintig jaren van haar bestaan niet onbekend in ZuidAfrika, had er zelfs enige uitstraling en betekenis, maar niet omdat er zoveel Zuid-Afrikanen kwamen studeren. Waarom kwamen die studenten dan niet? Misschien moeten we beginnen met de constatering, dat de heren Du Toit en Kuyper de zaak hadden onderschat. In de praktijk ontmoetten Zuid-Afrikanen diverse problemen en belemmeringen, als zij zich op een studie aan de v u voorbereidden. Een leerzaam voorbeeld levert de zojuist genoemde S. J. van der Spuy. Hij schreef zich op 6 mei 1882 in, als de 17de student van de v u ; hij was 25 jaar oud, en kwam uit Edinburgh, waar hij als aanvulling op zijn Stellenbossche theologische opleiding studeerde aan het seminarie van de Free Reformed Church of Scotland. 204 Geen geheel onervaren student dus. Toch ontmoette hij tal van onvermoede problemen. Van der Spuy, door Du Toit geïnstrueerd, 205 kwam reeds eind januari 1881 in Amsterdam. De Heraut berichtte tenminste dat onder de studenten, die zich toen reeds meldden voor de volgende cursus aan de v u , zich 'ook een student uit de Kaap [bevond], die een tijdlang de colleges wenschte te volgen'. 206 Maar hij 'was niet genoeg voorbereid om aan de lessen deel te nemen', schreef Lion Cachet Kuyper in die dagen, en was teruggegaan naar Edinburgh. 207 Kuyper schreef in september 1881 aan Du Toit: 'die jongeman, waarvan Gij schreeft, 208 vrees ik dat in verkeerde handen gevallen is'. In het midden latend, wie schuldig was aan het misverstand, vervolgde Kuyper met enige nadruk: 'Wij hebben wel terdege gelegenheid voor propaedeuse'. In Schotland zou Van der Spuy dan gehoord hebben, dat hij meer kans van slagen had bij 'van Toorenenbergen, d.i. juist bij de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen