De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 90

DE

BREUK

Gezien de hiërarchische academische verhoudingen en de beleefdheidsomgangsvormen in Zuid-Afrika is niet verbazendwekkend dat Bingle op zijn zo aangeboden concept alleen maar lof kreeg van zijn collegae voor zijn 'beheersde antwoord op 'n skrywe wat byna as uitdagend uittartend beskou kan word' (J. A. van Eeden, bioloog), 'baie korrekte en waardige antwoord' op 'dinge wat op taamlik blatante wyse gestel word' (J. S. du Plessis, historicus); 'U voer voldoende sake op 'n reguit maar nie kwetsend-skerp wyse nie aan om die v . u . tot verdere nadenke te steun en om juis te motiveer tot gesprek' (S. J. Preller, hoogleraar opvoedkunde). Enkele - meer vernieuwingsgezinde - respondenten gaven naast soortgelijke vriendelijkheden ook inhoudelijke reacties. Zou het uit tactisch opzicht niet beter zijn het antwoord te beperken tot een waarderende 'verwelkoming van die skrywe' en een opsomming van de te bespreken aangeduide onderwerpen 'sonder beredenering en diskussie of sweem van aanklag', schreef J.H. Coetzee, hoogleraar Afrikanistiek en Bantoeïstiek. 295 De jurist J. D. van der Vyver ging het verst. Hij suggereerde in feite een ander antwoord. Slechts twee punten zijn immers van belang, schreef hij: 'eerstens dat onderlinge skakeling tussen die P.U. en V.U. gegrond moet word op ons gemeenskaplike christelike belydenis en nie op politieke vooroordele nie; en tweedens dat onderlinge diskussie, verkieslik op persoonlike vlak, aangemoedig moet word. Hoewel politiek nooit die grondslag vir of motivering van ons skakeling met die v . u . behoort te wees niet, kan die feitelike rassesituasie van Suid-Afrika en ons houding daarteenoor, as uitvloeisel van die christelike belydenis waarom dit gaan, wel ter sake wees. Daarom sou ek 'n gesprek oor ons rassesituasie nie meteen afwys nie'. 296 De theoloog S.C.W. Duvenage stelde, dat de v u 'die basiese uitgangspunt van afsonderlike ontwikkeling, nl. dat hier verskillende onderskeie volkere bestaan, 'n eie taal en kuituur, agtergrond en dan ook toekoms, ... allermins begryp'. 297 Ook hij schreef Bingle vriendelijk, dat diens concept-antwoord inhoudelijk 'weloorwoë, verantwoord, besadig en korrek' was. Maar in feite was Duvenage, lijkt het, minder gelukkig met het concept. Waarom zo haasten met antwoorden, stelde hij in zijn reactie allereerst. De v u had een jaar de tijd genomen om te schrijven, wij kunnen wel een maandje wachten totdat Tjaart van der Walt terug is, die zal immers 'waarskynlik oor baie informasie beskik

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen