GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 332

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 332

[Deel 1]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERKENNINGEN

Met Van Winters terugkeer, eind 1947, was de tijd van de verkenningen voorbij. In zijn eindverslag schreef hij: 'Ik heb de indruk, dat de voorstellen van het centraal bestuur [van het g n s a ] ( . . . ) blijk geven van de neiging om niet al te veel bij de moeilijke jaren van de oorlog stil te staan'. Dat gold ook voor de relatie met de n z a v zelf: de 'zuivering' van het Studiefonds had de lucht opgeklaard. Beide organisaties hadden 'groot vertrouwen' in de toekomstige samenwerking en de situatie voor de bevordering van culturele betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika was zeker niet ontmoedigend, constateerde Van Winter. 144 Hij had gelijk. Aan Nederlandse zijde was het verlangen naar herstel van de betrekkingen duidelijk. Een paar weken na Van Winters terugkeer werd op 21 januari 1948 de reorganisatie van de Commissie van Advies en Coördinatie ten dienste van de Culturele Betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika afgerond. De Groningse hoogleraar prof. dr. G. van der Leeuw, minister van onderwijs in 1945-1946, was sinds juli 1947 voorzitter in plaats van Beelaerts van Blokland.145 Haar werkterrein omvatte de emigratie, de economische en de culturele betrekkingen. De realisering van een Cultureel Verdrag met Zuid-Afrika stond hoog op de agenda van de Commissie. Van der Leeuw had trouwens reeds in april 1947, in nauwe samenwerking met de ministeries van onderwijs en buitenlandse zaken, Zuid-Afrika bezocht en had daar een ontwerp van dat Cultureel Verdrag overhandigd aan minister J.H. Hofmeyr. 146 De totstandkoming van dat Cultureel Verdrag werd een lang verhaal. Van der Leeuw had bij zijn verblijf in Zuid-Afrika reeds veel onbegrip over Nederland ontdekt - 'een mildere vorm van de vroegere Hollanderhaat', omschreef het maandblad Zuid-Afrika het.147 Een ander lid van de Commissie van Advies en Coördinatie dat in diezelfde tijd Zuid-Afrika bezocht, de Hervormde synodepraeses dr. K. H. E. Gravemeyer, constateerde hetzelfde. Hij stelde ook veel spanningen en tegenstellingen tussen de Afrikaners onderling vast, gevolg van de nationaal-socialistische propaganda, het rassenvraagstuk en de politiek.148 Onderwerpen die ook de betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika na het optreden van de np-regering in 1948 onder druk stelden. Maar na enige tijd werden desondanks de vooroorlogse banden hersteld en zelfs oude wensen gerealiseerd. Nederland en de Unie 149 van Zuid-Afrika sloten mei 1951 een cultureel verdrag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 332

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's