De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 288

DE C O M M I S S I E

VAN

ADVIES

culturele betrekkingen, heeft de Zuid-Afrikaanse regering doen besluiten van haar zijde eveneens een dergelijke commissie in te stellen. Voorzitter werd dr. M.C. Botha, Secretaris van Onderwijs, leden dr. H.D.J. Bodenstein (Secretaris van Buitenlandse Zaken), prof. dr. S.P. Engelbrecht (hoogleraar aan de Universiteit van Pretoria), C.F. Schmidt (rektor van de Universiteit van Pretoria) en prof. dr. R. W. Wilcocks (rektor van de Universiteit van Stellenbosch); secretaris werd J.}. P. Op 't Hof, werkzaam op het departement van onderwijs. 246 In mei 1939 reisde Idenburg opnieuw naar Zuid-Afrika (hij bleef tot december; nadat de Tweede Wereldoorlog was begonnen en Nederland er de Duitse diplomatieke belangen waarnam, werd hij door de Nederlandse regering in dat kader belast met bijzondere werkzaamheden, met name ten behoeve van geïnterneerde Duitse onderdanen 247 ). Op 12 juni 1939 had Idenburg een gesprek met het Zuid-Afrikaanse comité.248 Hoofdzaak van bespreking was de uitwisseling van geleerden. De assistentschappen waren van groot belang voor de toekomst van de Zuid-Afrikaanse wetenschap, maar aan beide zijde bestond behoefte aan de uitwisseling van gevestigde geleerden op meer of minder vaste voet. Er hadden bijvoorbeeld in de afgelopen jaren reeds diverse Nederlandse geleerden Zuid-Afrika bezocht, uitgenodigd door verschillende comité's en instanties. Naast de vu-hoogleraren Van Schelven en Hepp bijvoorbeeld de historici Colenbrander (1935) en Geyl (1937) - die laatste twee op uitnodiging van het Lezingencomité van de gezamenlijke Zuid-Afrikaanse universiteiten. 249 Aan de andere kant had de letterkundige prof. dr. C.M. van den Heever, hoogleraar Afrikaans en Nederlands aan de Universiteit van de Witwatersrand te Johannesburg, eind 1938-begin 1939 een door veel publiciteit omgeven bezoek aan Nederland gebracht. Van den Heever reisde in opdracht van de officiële Zuid-Afrikaanse Adviescommissie, en kreeg dus bij zijn verblijf in Nederland assistentie van de secretaris van de Commissie van Advies. Een door Van den Heever aan de v u gegeven gastcollege werd zelfs door de radio uitgezonden. 250 Het succes van het bezoek van Van den Heever smaakte de Zuid-Afrikaanse comissie naar meer. Idenburg benadrukte, dat die uitwisselingen niet beperkt moesten worden tot 'opvoedkundiges en letterkundiges, maar dat juist ook "geleerdes", natuurwetenskaplikes, medici, ens."' ingesloten moesten worden - hij kon verwijzen naar de goede indruk die een gezelschap van Nederlandse biologen die in 1938 een bezoek

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen