GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 150

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 150

[Deel 2]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

OMSTREDEN

BENOEMINGEN

weliswaar afstand had genomen van de apartheid, maar hij gaf niet de indruk 'te allen tijde voor gesprekken over dit vraagstuk ter beschikking' te zijn, en dat hij herhaling van 'zaken die eenmaal "gezegd en bekend" zijn' niet nodig vond - wat 'politisering en polarisering in de Faculteit der Letteren aanleiding zal zijn, te beginnen met de subfacultaire gemeenschap die op dit moment multiraciaal is samengesteld'.71 En 'als het de heer Botha niet zou lukken - en dat is de gegronde vrees van ondergetekende - binnen korte tijd het vertrouwen van de staf van de Subfaculteit [ a l w / a t w ] en van de collega's uit de Faculteit te winnen, betekent zijn benoeming niet die verlichting op bestuurlijk niveau waaraan de Subfaculteit behoefte heeft', aldus het minderheidsrapport, dat, onder verwijzing naar de boycot van zijn colleges in 1976, ook nog daling van het studentental vreesde bij zijn aanstelling. Kortom: Botha moest niet benoemd worden. Dat oordeel werd ijlings bijgevallen door een motie van (de meerderheid van) de staf van de betrokken subfaculteit a t w / a l w , als ook een verklaring van 80 facultaire medewerkers en een mediacampagne van de studentenbeweging. 72 Van de geheimhouding, eigen aan een benoemingsproces, bleef dus weinig over. Er werd luidruchtig geprotesteerd en gedemonstreerd tegen zijn eventuele benoeming: Botha was immers een Zuid-Afrikaan, blank en werkzaam aan een 'apartheidsinstelling'. Zo iemand mocht niet benoemd worden. 73 Het protest had succes. Het faculteitsbestuur volgde namelijk het minderheidsrapport en stelde de faculteitsraad voor 'de als nummer 1. voorgedragen kandidaat [Botha] niet in aanmerking te laten komen voor de vacante functie, maar uitsluitend de als tweede genoemde persoon voor te dragen bij het College van Bestuur'. 74 Als reden voor dat advies noemde het de afwijzing van Botha door de afdeling a t w / a l w - zijn toekomstige directe werkomgeving. De faculteitsraad van 19 mei 1980 wees dit bestuursadvies van de hand, maar ook het voorstel van de meerderheid van de benoemingsadviescommissie. Daarop verzocht het faculteitsbestuur de benoemingsadviescommissie om een nieuwe voordracht. Die constateerde dat er geen meerderheid voor een benoeming van Botha bestond en droeg nu de oorspronkelijke tweede kandidaat als enige voor.75 Gefiatteerd door de faculteitsraadsvergadering van 23 juni 1980, diende de Faculteit der Letteren bij het College van Bestuur een enkelvoudige benoemingsvoordracht in, dat Botha's naam zelfs niet meer noemde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 150

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's