De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 124

SAMENSPREKINGEN

het C. I' van de v u en verweet de delegatie een onrealistische visie op Zuid-Afrika: 'Hulle wil "veranderinge" sien - wat behels dit? Boedeloorgawe van Afrikanervolk, meerderheidsregering'. Prof. J . H . (Hennie) Coetzee stond ook kritisch tegenover het verslag, maar leverde tal van aanvullingen en preciseringen voor Bingle's commentaar die bijna allemaal correcties waren op diens conceptcommentaar, naar inhoud en stijl.396 Hennie Coetzee was geen lakei van Bingle en was als hoofdredacteur van Woord en Daad (1970-1981) de stimulator en patroon van jonge Afrikaner wetenschappers. 397 Hij noch ander genoemden verzetten zich fundamenteel tegen het stuk van Bingle, die hun reacties meer of minder in zijn definitieve commentaar verwerkte. Bingle's commentaar bleef natuurlijk in hoge mate zijn persoonlijk stempel dragen, maar zelfs Tjaart van der Walt distantieerde zich er niet wezenlijk van, 'onder kritiek op het door Prof. Bingle gebruikte idioom'. 398 Of het Uitvoerende Komitee en de raad van de pu zijn commentaar tevoren gezien had mag betwijfeld worden, maar in ieder geval achteraf werd het geaccordeerd. Het Uitvoerende Komitee gaf de zaak op 20 oktober 1976 serieuze aandacht, toen het gedrukte vu-verslag van de samensprekingen van maart ter tafel lag, samen met Bingle's commentaar van 21 juni 1976 en het intussen gereed gekomen pu-verslag van de samensprekingen. De notulen van die bespreking zijn betreurenswaardig beknopt: 'Die Rektor doen enkele mededelinge in die verband. Na bespreking word besluit om die verslag van die v u en kommentaar van die pu vir c h o daarop ook aan die lede van die Senaat en Raad beskikbaar te stel. Die Rektor onderneem om Raadslid W. J. de Klerk te raadpleeg i.v.m. die bekendmaking van die standpunt van die pu vir c h o in die pers'. 399 Die bekendmaking door de raad volgde op de Raadsvergadering van 17 november 1976. De raad fiatteerde niet slechts de publicatie van het pu-verslag, hij voegde er nog verklaring aan toe: De Raad had tot zijn teleurstelling moeten vaststellen dat 'n besondere geleentheid vir akademiese kommunikasie en inspraak, veral op vakwetenskaplike terrein, tussen twee universiteite op 'n gemeenskaplike Christelike grondslag, volgens die oorspronklike instelling van hierdie geleentheid en uitruilskema, nou verstrengel geraak het en vernietig is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen