De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 411

NOTEN HOOFDSTUK 2 van de Tachtigers door DuToit/Totius: Dekker, Afrikaanse

literatuurgeskiedenis,

7395. JD D u T o i t Versameling, nr 17 Studieaantekeninge. 9 6 . JD D u T o i t Versameling, nr 23 Outobiografie. 97. JD D u T o i t Versameling, nr 17 Outobiografie. 98. JD Du Toit Versameling, nr 23 Outobiografie: 'Een dag Hoedemaker by my op kamer drie hoog ... Ek moet praat by skoolfees'. 9 9 . JD D u T o i t Versameling, nr 17 Studieaantekeninge. 100. Vergelijk Nil 1 nr 1 (1.12.1901). 101. Nil i nr 1 (1.12.1901), nr 2 (15.12.1901), nr 3 (15.1.1902). 102. Nil i nr 13 (15.6.1902). 103. Bescheiden

buitenlandse

politiek,

516.

104. M u l l e r , 500 jaar, 3 6 2 - 3 6 6 ; Bescheiden buitenlandse

politiek, 4 9 3 , 516, 547,

565. 105. s f 9 J. D. du Toit aan J. W. Pont, Amsterdam 16.10.1902. Aan M. R. W. (Mortie) Malherbe (1875-1964) was in 1890 een beurs verleend, beschikbaar gesteld door de regering van de Z A R ; D U Toit wist, dat hij deze beurs tijdelijk kreeg; zij werd Du Toit verleend tot einde 1902: J. D. du Toit aan bestuur Studiefonds, Amsterdam 16.12.1902. 106. Notulen Senaat 30.5.1902: voorstel van prof. dr. D. P. D. Fabius, de graden bij promoties te wijzigen: 'voor den eersten graad de uitdrukking magna c u m laude blijft, maar voor den tweeden graad, i.p.v. c u m laude (hetgeen aan de Rijksuniversiten den eersten graad uitdrukt), de uitdrukking non sine laude zal gebruikt worden'. 107. Archief J.A.Wormser jr: J.D. du Toit aan J.A. Wormser jr, a/b Burgermeister, 27.4.1903.

108. Archief Pedel no. 2 9 6 . 109. Nil i nr 1 (1.12.1901) 110. Nil 1, nr 5 (15.2.1902).

111. SF 112. SF

9. 15.

113. Buys, 'Prof. Ferdinand Postma'. 114. M. Postma Versameling, Korrespondentie 1899-1926. M. Postma aan F. Postma, East London 26.11.1900; vergelijk echter F. Postma Versameling, Korrespondentie 1901-1935: M. Postma aan F. Postma, Oos Londen 6.2.1902, 14.5.1902. 115. A l b u m studiosorum nr 298,12.3.1901. 116. Notulen Senaat 22.2.1901. 117. Totius, Bij die monument. Voor het ontstaan van het dichtwerk: d'Assonville, Dit is Totius. 118. Marthinus Postma Versameling: M. Postma aan F. Postma, Oost-Londen 24.3.1902.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen