De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 41

TWEE

MISSIES

staande Nederlanders uit te nodigen haar land te bezoeken en in de gelegenheid te stellen over verschillende aspecten van haar beleid van gedachten te wisselen, suggesties te maken en de hulp van Nederland, om tot een redelijke oplossing te komen, aan te bieden." 8 Op 8 juni 1964 kon Luns melden, dat het contact van Helb met de Zuid-Afrikaanse regering positieve mogelijkheden had opgeleverd; diezelfde dag informeerde minister Muller de Volksraad over de komst van de Nederlandse delegatie." 9 Begin juli verwachtte de delegatie van vijf, bestaande uit de politici De Gaay Fortman ( A R P ) , Marga Klompé ( K V P ) , C. L. Patijn (pvdA),Th. H. Joekes ( V V D ) en C. A. Bos ( C H U ) , in de tweede helft van september 1964 naar Zuid-Afrika te kunnen reizen. Maar op 7 juli besprak ambassadeur Helb de reis met de secretarisgeneraal van het Departement van Buitelandse Sake te Pretoria. Die maakte bezwaren tegen het feit dat de groep ook tal van niet-regeringspersonen en instellingen wilde bezoeken. 120 De ambassade ging intussen voort met het opstellen van het programma voor de groep. Daarin was opgenomen een gesprek met ANC-leider Albert Luthuli, waartoe, aldus ambassadeur Helb, toestemming gevraagd zal moeten worden aan de Zuid-Afrikaanse regering. Een soortgelijk bezoek aan Robert Sobukwe, leider van het PAC, raadde hij feitelijk af. Op 30 juli voerde Helb een lang gesprek met minister Muller. Die maakte allerlei kanttekeningen bij de samenstelling van de delegatie en van de beoogde gesprekspartners, uitte de vrees dat de delegatie zich zou inmengen in de interne Zuid-Afrikaanse zaken en verklaarde tenslotte met grote stelligheid dat gesprekken met Luthuli en Sobukwe 'are out'. Ambassadeur Helb concludeerde dan ook 'dat anti-stromingen bezoek krachtiger zijn geworden, vermoedelijk ook als gevolg nog weer toegenomen overgevoeligheid voor buitenlandse kritiek door Rivodin [sic] proces en verdere ontwikkelingen'. 121 Desondanks finaliseerde Helb met zijn staf de dag erna het programma van de delegatie. 122 De 'groep van 5' zette van haar kant de puntjes op de i. Helb kreeg opdracht, geen enkel gemarchandeer toe te laten.123 Hij moest minister Muller ter kennis brengen dat 'van meet aan heeft vast gestaan, dat de delegatie naar Zuid-Afrika zou gaan om uitdrukking te geven aan de in Nederland levende bezorgdheid over de ontwikkeling in en rondom Zuid-Afrika. Die bezorgdheid vloeit voort uit waarachtige genegenheid voor Zuid-Afrika en zijn bevolking. Diezelfde genegenheid

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen