GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 271

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 271

De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de thuisbasis en de teruggekeerden

270

Twaalf jaar geleden begonnen we met een combinatie van vakwetenschappelijke inzet uit faculteiten en organisatorische inzet van bureau buitenland. Bij de ontwikkeling van die combinatie van deskundigheden is de waterscheiding tussen universitaire ambtenaren en facultaire wetenschappers vervaagd. Er is over de grens van de twee systemen, universiteitsbureau/ diensten en faculteiten, een symbiose, een synergie gegroeid, zich manifesterend in een keurkorps waar we trots op zijn. [...] dos mobiliseert deskundigheid uit diverse kernfuncties van de universitaire organisatie in faculteiten en diensten, en brengt die bij elkaar op het specifieke, niet traditionele werkgebied van de universiteit: ontwikkelingssamenwerking. Dat kan alleen door dos relatief zelfstandig in en naast de universiteit te maken, als een ‘satellietorganisatie’, zoals dat heet in het modern universitair organisatiejargon.16

Die symbiose van twee systemen is wel een spanningsvolle constructie. Voor ‘basic science’ bijvoorbeeld is er nu een taakeenheid met kernstafleden binnen dos, én een facultaire werkgroep bsp; samen gaan ze de dos-werkgroep op dat gebied uitmaken. Maar dos heeft in deze jaren veel ruimere financiële mogelijkheden dan de bètafaculteit, en dat geeft scheve ogen binnen de werkgroep. Ook krijgen de facultaire leden van de werkgroep het gevoel dat er met dos een soort schaduworganisatie van de bestaande facultaire werkeenheid wordt opgebouwd; ze vragen zich af wie er nu eigenlijk aan het vakinhoudelijke stuur zit. Een andere vraag is, of dos eigenlijk niet de ambitie heeft om een soort universitair instituut voor ontwikkelingsprojecten te worden – een instituut, waarin niet alleen maatschappelijke dienstverlening, maar ook onderwijs en onderzoek op dat gebied plaatsvindt. De symbiosegedachte probeert vermoedelijk de keuze voor een soort instituut te vermijden, maar het concept blijft daardoor schimmig. Daarnaast is de naam ‘dos’ dubbelzinnig: zij duidt het centrum aan waartoe de kernstafleden behoren, maar ook de overkoepelende werkgroep waaraan tevens facultaire stafleden deelnemen. Het probleem voor de facultaire stafleden is tenslotte, dat het deelnemen aan de dos-werkgroep voor hun academische status binnen de faculteit niet meetelt. De verhouding tussen dos en bètafaculteit houdt zo nog lange tijd een element van spanning en competitie. Dr. Ian Macfarlane wordt in 1987 één van de nieuwe medewerkers van dos op het gebied van ‘basic science education’; hij was vóór die

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 270

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 271

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's