Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 172

aanpak (en scheikunde en biologie en wiskunde) zelf ervaren. Velen hebben zelfs nog nooit een thermometer onder ogen gehad, of een voltmeter of een stopwatch.30

Het experiment dat hier beschreven wordt betreft karretjes die de studenten met een constante kracht vooruit trekken, en waarbij ze de toename van de snelheid moeten bepalen. Het kan je als docent gebeuren dat een student opgewonden komt aanrennen om je te melden dat er iets fout zit: de karretjes gaan steeds sneller, terwijl toch de kracht niet verandert. Dezelfde student die alle sommetjes over de tweede wet van Newton weliswaar goed maakt, blijkt toch een verkeerd concept van kracht te hebben. Dat komt er voor het eerst bij het practicum uit. Er wordt door de studenten hard gewerkt: in elk vak circa zeven contacturen per week, 34 uren in totaal. Binnen dat schema zijn er per vak minstens vier uren in de week voor experimenten en zelfstandig werk. De lessen verlopen zeer punctueel en aan de opdrachten wordt strak de hand gehouden. Eens per maand zijn er voortgangstoetsen in alle vakken, ook bedoeld om het zelfvertrouwen van de studenten te vergroten. Het relatief grote aantal ‘pre-entry science’-studenten is een opvallend verschijnsel op de campus, vooral in omgeving van de laboratoriumlokalen: de bijenkorven waar de studenten van ‘s ochtends vroeg tot aan het laatste middaguur naar binnen zoemen. De docenten zijn de eerste jaren druk bezig om speciaal lesmateriaal te maken in aanvulling op de leerboeken, zoals: werkbladen voor de practica, oefenopdrachten, en voortgangstoetsen. Daarnaast zijn er talloze vergaderingen van het docententeam en is er veel overleg met de universiteitsleiding. Het projectteam legt regelmatig verantwoording af over de invulling van het programma aan de projectcommissie die bestaat uit afdelingshoofden van de exacte faculteit, met de decaan (tevens de lokale projectverantwoordelijke) als voorzitter. Ook zijn er veel schriftelijke rapportages te maken: wekelijks brieven naar de Nederlandse projectverantwoordelijke, kwartaalverslagen voor de Botswana-commissie, en jaarlijkse rapporten voor de Nuffic – soms om gek van te worden, zoveel. Het werk tintelt van de drukte, maar je ervaart het als fascinerend. Onderwijs ontwikkelen voor een tweede kans, dat concept inspireert.

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 171

171

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen