GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 67

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 67

De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de vu in wereldverband

66

cent op het totaal van de stellingen uit het boekje. Hoewel het selectiecriterium voor de gekozen stellingen niet is vermeld, geeft dit lage percentage niettemin aanleiding tot de gedachte, dat het aandeel van zeven procent ontwikkelingsstellingen aan de vu relatief hoog is in verhouding tot de andere universiteiten in Nederland.29 Een ander boekje over promotiestellingen, dat alleen betrekking heeft op proefschriften aan de Universiteit Utrecht, geeft een bloemlezing van 112 stellingen uit een latere periode: 1980-1982.30 Ook in dit boekje is het selectiecriterium niet toegelicht, wel zijn er stellingen op allerlei terrein, zoals op politiek en maatschappelijk gebied. Geen enkele stelling heeft echter het karakter van een ontwikkelingsstelling. Weliswaar heeft dit boekje betrekking op jaren die vallen buiten de door ons onderzochte periode, maar ook in het jaar 1982 blijken de vu-proefschriften een behoorlijk aantal ontwikkelingsstellingen te bevatten. Dus ook vanuit het tweede boekje lijkt de eerdergenoemde frequentie van ontwikkelingsstellingen aan de vu relatief hoog te zijn. Terugkerend naar de ontwikkelingsstellingen aan de vu is het wel aardig om op de inhoud van een enkele uitspraak verder in te gaan. De stelling van W. J. van Aardt uit 1968, dat de trekvogels de belangrijkste hulp van Europese zijde bij de landbouw van Afrikaanse ontwikkelingslanden zijn, is intrigerend en vraagt om achtergrondinformatie. Van Aardt is na zijn promotie aan de vu teruggekeerd naar Zuid-Afrika en hoogleraar geworden aan de Universiteit van Potchefstroom. Bij navraag in 2003 geeft hij een uitgebreide toelichting bij zijn stelling van vijfendertig jaar geleden. Hij becijfert dat het aantal trekvogels dat jaarlijks gedurende de Europese winter migreert vanuit Europa naar Afrika, rond de 1600 miljoen exemplaren bedraagt. Er migreren ongeveer 250 soorten vogels die hoofdzakelijk insecteneters zijn. Naar schatting bezwijkt van hen onderweg minder dan één procent. De trekvogels gaan vooral naar het Sahel gebied ten Zuiden van de Sahara en de savannes in Zuid- en Oost-Afrika, bijvoorbeeld naar de bovenloop van de Sénégalrivier, de Niger en de Nijl. Die gebieden, vooral die in Kenia, Tanzania, Malawi en Zambia, zijn bekend als landbouwgebieden. Sommige soorten trekvogels zijn daar zeer prominent aanwezig. In West-Afrika zijn er 111 soorten, in Kenia 120 en aan de Zuid-Afrikaanse Kaap zijn er 54 soorten trekvogels te vinden. Van Aardt becijfert de oppervlakte van de gebieden waar de trekvogels

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 66

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 67

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's