De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 63

EREDOCTOR

BEYERS

NAUDE

verbreking van de uitwisselingsovereenkomst (...) geen enkele positieve bijdrage kan leveren tot een ontwikkeling in een door ons gewenste richting. Wel zou de Senaat graag zien, dat de bezoeken die docenten van onze universiteit brengen aan uw land in het kader van de overeenkomst tussen onze beide universiteiten mede ten goede zouden komen aan hen, die studeren aan de universiteiten voor Bantoes, Kleurlingen, en Indiërs. De Senaat besloot u te vragen hem op dit punt te willen helpen. Kunt u ons adviseren betreffende de weg die wij moeten gaan, om het gestelde doel te bereiken? U begrijpt, dat de achtergrond hierbij onze overtuiging is, dat wij ons zoveel mogelijk ten dienste van de gehele bevolking van Zuid-Afrika behoren te stellen.

Die brief moest natuurlijk allereerst de kritische vu-apartheidsbestrijders apaiseren met de voorzetting van de relatie met Potchefstroom. De v u zou de overeenkomst immers gaan hanteren als kanaal tot een kritische dialoog met Potchefstroom. Voortzetting van de samenwerking werd dus afhankelijk gesteld van het slagen van de kritische dialoog, en die kon alleen gelukken als Potchefstroom het standpunt van haar Amsterdamse gesprekspartner ging delen. De brief verraadde dus de hand van de ondertekenaar ervan, rector magnificus De Gaay Fortman, en diens gelijktijdige pogingen tot een kritische dialoog via het Cultureel Verdrag, en de verbreding ervan. Het is niet onmogelijk, dat de betekenis van deze brief in Potchefstroom niet geheel begrepen is. De brief bedoelde ongetwijfeld, de band met Potchefstroom voort te zetten. Maar die werd wel negatief verwoord ('verbreking levert geen enkele positieve bijdrage') en leek vooral een middel om met anderen in Zuid-Afrika dan de PU in contact te komen. De zinnen over de beëindiging van de overeenkomst beoogden weliswaar allereerst de interne tegenstanders te apaiseren, maar konden ook anders gelezen worden. Bovendien werd Potchefstroom, althans expliciet, geen ruimte tot afdingen op de stelling, 'onze vaste overtuiging' zelfs, dat rasverschil binnen de universiteiten geen plaats mag hebben. Het Uitvoerende Komitee van de Potchefstroomse Universiteit onder voorzitterschap van rektor H. J. J. Bingle toonde in ieder geval geen enkele behoefte tot deelname aan het interne gesprek op de vu. 2 1 9 De verwijzing in de brief naar wat rector magnificus De Gaay Fortman en conrector prof. dr. G.E. Meuleman bij hun bezoeken in 1967 en 1970 hadden gezegd over de 'segregatiepoli-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen