De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 182

POTCH EFSTROOM

bevordering van kaptein tot generaal. (...) U is m.i. de enige man die de oude Jan kunt opvolgen. Hij heeft mij persoonlik gezegd, dat hij U als een van zijn beste discipelen beschouwt. Lettende op deze feiten ben ik bereid het offer te brengen en U te raden om te gaan'. Maar zijn vader ds. Marthinus Postma, zijn zuster Adelaide, broer Dirk en oom ds. Petrus Postma, allemaal schreven zij hem: je bent hier onmisbaar, weggaan is verkeerd 241 ; wat komt er terecht van je 'groote werk voor die Afrikaanse taal en Afrikaanse bijbel' 242 , van 'onse Skool, onse Kerk en onse Nasie'? 243 . 'Als jij gaat is dit klaar met Kees', schreef oom Petrus (voorzitter van curatoren van de Theologische School), 'en als jij gaat zeg ik ook vaarwel - ik is nie van plan die fiasco af te wacht - dit zal voor mij te treurig wees'. 244 Drie maanden later concludeerde men op de v u , ongetwijfeld tot opluchting van tal van Potchefstroomse harten, dat de benoemingsprocedure-Postma beëindigd was. Pas in 1923 vond men echter een opvolger voor Woltjer, in de briljante promovendus H. J. Pos, die op 30 mei 1924 inaugureerde op Algemeene Taalwetenschap en Subjectiviteit,245 Ferdinand Postma bleef in Potchefstroom. Tot zegen van die instelling en de Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika. Als rektor mocht hij de p u k leiden tot groei en zelfstandigheid. Het tweede voorbeeld versterkt het beeld van de geringe bereidheid op de v u in de jaren van het Interbellum om Potchefstroom werkelijk te steunen. Op 21 maart 1923 meldde decaan Van Schelven op een faculteitsvergadering van Letteren, dat prof. dr. R. Casimir te Den Haag hem gevraagd had, 'of door de Vrije Universiteit niet meerdere geestelijke steun kan worden geboden aan onze stamverwanten in Zuid-Afrika, en met name of niet aan Prof. Kamp te Potchefstroom een eere-doctoraat zou kunnen worden verleend'. 246 Casimir (1877-1957) was een bekend pedagoog en hoogleraar te Leiden; in 1922 had hij een lang bezoek aan Zuid-Afrika gebracht. 247 Zijn vraag bracht de faculteit kennelijk in verlegenheid: 'na breedvoerige discussie vindt de faculteit goed, dat de decaan zal pogen de geschriften van den Heer Kamp in handen te krijgen, en inmiddels de zaak in een Senaatsvergadering zal ter sprake brengen'. De breedvoerigheid van die discussie verraadt onenigheid. En dat de faculteit 'het goed vond' dat Van Schelven zou pogen Kamps werk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen