De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 179

POTCH EFSTROOM

zou opleverden: de stichting van het Potchefstroomse Universiteits Kollege vir Kristelik Hoger Onderwys en de incorporatie bij de Universiteit van Suid-Afrika, dat de gewenste academische status zou verlenen. 234 De notulen geven niet de indruk, dat de leden van de vu-senaat zich hebben druk gemaakt over het eventueel effect van het vertrek van Postma voor de kleine zusterinstelling te Potchefstroom op dat moment. Zij waren zich wel bewust van 'den onhoudbaren toestand in de litterarische faculteit' aan de eigen instelling. Vandaar dat zij in dezelfde vergadering het groene licht formeel gaven voor een benoeming van Postma, maar tegelijkertijd bespraken 'wat geschieden moet indien de heer Postma bedankt'. 235 Dat besluit van 21 november 1 9 1 8 was ook verrassend, omdat het pas toen genomen werd. Woltjer was immers al meer dan een jaar dood. Diens zoon Rob Woltjer, die het leeuwendeel van de werkzaamheden van zijn vader moest torsen, had al in januari 1918 de naam van Postma als mogelijk opvolger genoemd in een faculteitsvergadering, waar ook de naam viel van dr. J. J. Esser, rector van het Gereformeerd Gymnasium te Kampen en evenals Postma een leerling van J. Woltjer. 236 Driekwart jaar lang gebeurde er niets. Was de faculteit verdeeld? Geloofde men niet in Postma's komst? Zelfs een vraag van de senaat naar de stand van zaken, eind september, leidde vooralsnog ook niet tot besluitvorming, want Rob Woltjer had griep - niet in de ernstigste vorm gelukkig, maar de Spaanse griep van dat jaar was bedreigend genoeg en negen weken lang moest hij het bed houden. Eindelijk nam hij echter stappen. Gedekt door het benoemingsbesluit van de senaat van de 21ste november 1918, vroeg hij op de 22ste november per brief aan Postma, hoe die zou staan tegenover 'voor eene benoeming voor een deel van Vaders vakken, 't zij voor het Latijn, 't zij voor eene andere combinatie van vakken'. 237 Op 3 december 1 9 1 8 vroeg Woltjer per briefkaart aan Postma om telegrafische bevestiging van ontvangst van deze brief, om veertien dagen later per brief aan te dringen op telegrafische melding, of Postma zich al dan niet beschikbaar stelde: 'Met name zou ik daar prijs op stellen, voor het geval je meent, dat niet te kunnen doen, daar dan de overweging van andere plannen zooveel te eerder voortgang kan hebben; maar ook wanneer je je wel beschikbaar stelt, acht ik het gewenscht je antwoord zoo spoedig mogelijk te vernemen' - een eenvoudig yes of no was afdoende. 238

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen