GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 354

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 354

[Deel 1]

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

HERVONDEN

SAMENWERKING

de neerlandicus G. Kuiper met de vraag of Totius dan misschien een eredoctoraat in de letteren kon krijgen. 'Het lijkt mij niet zoo gek', schreef Kuiper op 29 maart 1951 aan zijn oudere collega Wille, met het verzoek dit voorstel te overwegen. 'Maar Totius is, geloof ik, al eeredoctor in de letteren aan de Utr[echtsche] Universiteit?', voegde hij er aarzelend nog aan toe. 221 Wille behoefde er niet lang over te denken. 222 Hij zag er niets in. Hij gruwde van het gebruik, 'prominenten' met eredoctoraten aan de v u te binden. 'Wanneer men echter [al] groote mannen van Geref. belijdenis in binnen- en buitenland nauwer aan onze v . u . wil verbinden, zou ik het oneindig beter vinden, als men hen kon bewegen, eenigen tijd aan de v . u . voorlezingen te houden, mits men ook uit onzen kring de ruime belangstelling kon "opbrengen" (...) om dezulken door grooten toeloop wezenlijke hulde te brengen. Ik heb grooten eerbied voor Totius, maar voel voor eeredoctoraten uit onze faculteit niets, zelfs niet voor hem. Komt er echter een voorstel, dan zal ik ten hoogsten even verklaren, dat ik liefst zag, dat de v . u . heel geen eeredoctoraten verleende; dat ze in elk geval er liever te weinig dan te veel moet uitdeelen; dat de litt. fac. met haar weinige gewone promoties hierin zeer voorzichtig moet zijn; dat ook geen propaganda of zelfvereering te zeer mag schijnen achter het geval te zitten; en dat de litt. fac. zich wel ernstig mag bedenken, vóór zij zich eraan begint, iemand om zijn dichterlijke gaven, doctor in de wetenschap der t[aal]- en l[etter]k[unde] te maken; waarom zullen begaafde roman-schrijvers (schrijfsters), essayisten, critici, journalisten dan niet volgen - althans willen volgen?' Alsof zijn boodschap niet duidelijk genoeg was, vatte Wille haar nog eens samen: 'in 't algemeen tegen eeredoctoraten; voor onze litt. fac. nog in het bijzonder, vooral als 't dichterlijke gaven betreft (en niet om wetensch. verdiensten gaat)'. De kandidatuur van Totius werd samen met Wille's bezwaren doorgegeven aan de senaat. Die vergaderde erover op 16 november 1951. De voorstellen van Kolkert waren voordien reeds terzijde gesteld door rector en assessoren. De staatsrechtdeskundige prof. mr. A. M. Donner (een zoon van president-curator J. Donner) toonde aan dat de bezwaren tegen DuToits eredoctoraat niet steekhoudend waren. Niet dat dit hielp: de senaat kon geen eredoctoraat verlenen, wanneer de faculteit geen voorstel deed en Letteren had Du Toits naam wel genoemd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 354

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's