GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 150

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 150

[Deel 1]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

STUDENTEN

looven en weten in de Nederlandsche theologie der negentiende eeuw, in het bijzonder Doedes en Van Oosterzee.

Een in diverse opzichten opmerkelijk proefschrift. In het debat tussen orthodoxie en modernisme, omstreeks 1910, stond de tegenstelling tussen geloof en weten, openbaring en ratio, geloven en ervaren, schriftgezag en schriftkritiek, centraal. J. I. Doedes en J. J. van Oosterzee waren de coryfeeën van de Utrechtse apologetische school geweest, die ^anaf de jaren 1840 zich had afgezet tegen het opkomend modernisme. Maar de waardering voor de Utrechtse school in Nederland en Zuid-Afrika verschilde intussen zeer sterk, zoals Joubert openlijk erkende in zijn proefschrift. 127 In Zuid-Afrika werden Doedes en Van Oosterzee, leermeesters van bijna alle Stellenbossche hoogleraren, nog steeds hoog geacht; hun werk was verplichte literatuur in Stellenbosch. In Nederland daarentegen werden zij intussen door links en rechts afgeschreven. Joubert gaf een sympathieke beschrijving van de beide apologeten en een evenwichtige analyse van hun ervaringstheologie: zij hadden 'onder den zegen Gods het volk van Nederland en ook van Zuid-Afrika bij de objectiviteit van Zijn openbaring' bewaard en 'in het geloof aan de feitelijkheid der Heilsfeiten' versterkt.128 Aan die aan zijn promotor Bavinck geleende beoordeling voegde hij echter een duidelijk neocalvinistisch, kuyperiaans vervolg toe: 'in dit alles waren zij slechts verdedigers, geen veroveraars. Zij bleven staan op de wallen, om den aanval af te weren, maar togen niet uit den vijand tegemoet'. 129 Zij hadden het calvinistisch beginsel niet ten einde toe doorgevoerd, oftewel: zij hadden niet als Kuyper het calvinistisch erfgoed in rapport met de tijd gebracht. In het thetische tweede deel van zijn studie gaf Joubert een duidelijke neocalvinistische oplossing voor het vraagstuk van de tegenstelling tussen geloof en weten. Geloof en weten kunnen niet gescheiden worden, 130 alleen in het licht van de openbaring kan de wetenschap de werkelijkheid zien, wij vermogen niets tegen, maar hooguit iets voor de waarheid. 131 Jouberts evaluatie van de Utrechtse school leverde dus een onmiskenbaar advies op: calvinistisch Zuid-Afrika moet zich niet oriënteren op Utrecht, maar op de v u .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 150

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's