GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 263

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 263

[Deel 1]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET

RASSENVRAAGSTUK

den wortel, die onze cultuur draagt daar in het Oosten een eigen Oostersch karakter openbaart en aanpast bij de door God gestelde eigenaardigheid van het inheemsche volk'. Analoog aan de Zuid-Afrikaanse calvinistische schrijvers over de rassenproblematiek geeft Idenburg hoog op van de betekenis van het christendom voor de rassenverhoudingen. Dat leert immers, de eenheid van het menselijk geslacht 'uit éénen bloede' en dat rasverschil262

len 'uitingen van den rijkdom der gedachten Gods' zijn. Hetzelfde leest men bij Fourie, 168 Badenhorst, en zeker bij L. J. du Plessis, die in 1 9 4 1 in het derde deel van Koers in die krisis een bijdrage liet verschijnen over 'calvinistiese naturelle-politiek', waarin hij zich expliciet eensdenkend verklaarde met de koloniale politiek van de Antirevolutionaire Partij. 109 Ook de gedachtegang dat er wel sprake is van onderscheiding, maar niet van blijvende minderwaardigheid der verschillende rassen. De natuurlijke verschillen behoeven niet ontkend worden, aldus Idenburg, en evenmin het feit, dat in een bepaalde tijd de roeping van het ene ras een andere is dan die van het andere. Maar het christendom verzet zich wel 'tegen rassenhoogmoed en rassenlaatdunkendheid; ook tegen dat soort nederbuigende goedheid, dat ondanks het goede bedoelen zoo kwetsend kan zijn'. En dan gaat Idenburg in één adem door met deze zin: Het valt mij ook moeielijk, om, zooals velen onzer stamverwanten in Z. Afrika schijnen te doen, als Christelijk beginsel te aanvaarden, dat het ééne ras bestemd is, van Godswege recht heeft, om blijvend over het andere te heerschen. Dat de feitelijke toestand, waarin het eene volk gezag en leiding heeft over een ander volk, door Gods bestuur is ontstaan en door Hem met een heilig doel is gewild, wordt niet weersproken, maar wel, dat de ras-scheidingslijnen blijvende beteekenis hebben in dien zin, dat aan ééne zijde van de lijnen minwaardigen, aan de andere zijde meerwaardigen staan, en dat deze toestand onveranderd moet voortduren. De H. S[chrift] leert ons in alle menschen broeders te zien, kinderen van één Vader; naar Gods beeld geschapen, in wezen gelijk. Gelijk het lichaam vele leden heeft, heeft ook het organisme der menschheid vele leden, onderling verschillend in beteekenis, maar geen van allen misbaar en daarom als deelen van het organisme alle gelijk; bestemd niet om over elkander te heerschen, maar om elkander te dienen in liefde en in harmonie samen te werken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 263

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's