GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 46

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 46

[Deel 2]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

KRITISCHE

DIALOOG

De bewindsman wist, dat deze visie op het Cultureel Verdrag geheel in overeenstemming was met de inzichten van De Gaay Fortman. 146 Die ontwikkelde langzamerhand verdergaande plannen met het Cultureel Verdrag. Om te beginnen wenste hij een personele aanpassing van de Commissie van Advies en Coördinatie. De samenstelling daarvan 'beantwoordt naar mijn mening niet geheel aan wat men op grond van haar opdracht - beoordeling van de uitvoering van een cultureel accoord - zou mogen verwachten', schreef hij op i maart 1 9 6 7 aan de beide betrokken ministers persoonlijk, mw. M. A. M. Klompé (Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) en I.A. Diepenhorst (Onderwijs en Wetenschappen). 147 Hij gaf geen specificatie van dat oordeel. De commissie telde op dat moment naast hem 13 leden: de voorzitter van de N Z A V , de voorzitter van het Studiefonds voor Zuid-Afrikaanse Studenten, de secretaris-generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk, twee Amsterdamse hoogleraren, de Commissaris voor de Emigratie, de directeur van het Afrika-Instituut, drie vertegenwoordigers van het bedrijfsleven (twee van de KLM, een van de HollandAfrika Lijn) en daarnaast een aantal ambtelijke vertegenwoordigers: twee van het ministerie van Buitenlandse Zaken, een van Onderwijs; ook de administrateur van NZAv/Studiefonds woonde de vergaderingen bij. Gezien de nadruk die De Gaay Fortman legde op het cultureel karakter van het werk van de commissie, was zijn voorstel ietwat verrassend: hij stelde de ministers namelijk voor, gebruik te maken van de vacature, ontstaan door het overlijden van de literatuurwetenschapper prof. dr. N. Donkersloot, om prof. dr. C. L. Patijn aan te stellen, of dr. Bruins Slot. Kennelijk had De Gaay Fortman dus iets anders op het oog: niet zozeer de culturele kwaliteit als wel het politieke karakter van de Commissie. Dat had wel zijn achtergronden. Het kabinet-Cals (1965-1966) was verdeeld geweest over Zuid-Afrika. Gezien het starre en strak doorgevoerde beleid van Verwoerd moest het voor sommige leden van dat kabinet niet blijven bij 'de ton van Luns'. Die verdeeldheid had geleid tot een weigering van de goedkeuring van de reis naar Zuid-Afrika, die de Commissie van Advies en Coördinatie eigenlijk in 1965 of begin 1 9 6 6 voor bilateraal overleg conform de afspraken in het verdrag had moeten maken. 148 Versterking van de commissie met een lid met po-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's