Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 337
De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005
noten
336
5. Archief vu (cis), ‘Advies inzake het opnemen van samenwerkingsverbanden in het puo, uitgebracht door het Overlegorgaan Onderwijssamenwerking voor Ontwikkelingslanden op 8 maart 1977’, bijlage iii-c bij ‘vu-Internationale Samenwerking, jaarverslag 1976/1977’. Overigens had de vu had vóór de start van het puo-programma al een samenwerking lopen met de Université Libre du Congo (1967-1973, die werd gefinancierd door dth, de voorganger van dgis [zie hoofdstuk 6]. 6. Het aantal projecten is zo groot doordat ook de instituten voor internationaal onderwijs aan het sv-programma deelnemen. Het jaarbudget van het programma is ook hoger omdat de universiteiten en hogescholen de directe uitvoeringskosten nu vergoed krijgen. 7. De instituten voor internationaal onderwijs krijgen weer een eigen financiering zoals voorheen. 8. Paul Hoebink en Fons van der Velden, ‘Van tropenarts en vrijwilliger tot institutieopbouw: Nederlandse technische assistentie in verleden en toekomst’, in: Lau Schulpen (red.), Hulp in ontwikkeling (Assen 2001), en: Ad Boeren, ‘The sectoral cakewalk’ (Oegstgeest 1999). 9. Het npt-programma richt zich op de volgende vijftien landen: Benin, Colombia, Eritrea, Ethiopië, Ghana, Guatemala, Indonesië, Oeganda, Mozambique, Rwanda, Tanzania, Vietnam, Jemen, Zambia, Zuid-Afrika. 10. dgis zendt Nederlandse deskundigen uit op een lokaal dienstverband bij de partnerinstelling in het ontwikkelingsland. Deze suppletiedeskundigen ontvangen een aanvulling op het lokale salaris tot een Nederlands salarisniveau. Ze hebben bovendien als secundaire arbeidsvoorwaarden: vergoeding van voorbereidingskosten, recht op verlof in Nederland, sociaal zekerheidspakket – behorend bij een aanstelling in Nederland (zoals: ziektekostenverzekering en pensioenopbouw), en studieverlof, aan het eind van het dienstverband op te nemen ter reïntegratie op de Nederlandse arbeidsmarkt. Dienst over Grenzen (dog) geeft ook suppletie op een lokaal salaris uit fondsen van de stichting Personele Samenwerking met Ontwikkelingslanden (pso). dog heeft veel leraren ingezet in het middelbaar onderwijs in zuidelijk Afrika, waarbij ook in de ‘preentry science’-cursus in Botswana. 11. Cantrell e.a. (red.), Bridging school and university (Amsterdam 1993), 2932, 47-48. 12. Paragraaf is mede gebaseerd op H. J. Brinkman, ‘De Vrije Universiteit 1980-1990 en de modernisering van het Nederlands wetenschappelijk onderwijs in de tweede helft van de twintigste eeuw’, in: Jaarboek 1989-1990 Vrije Universiteit, 13-28. 13. Gerard H. Dulfer, ‘Support or cooperation?’, in: W. J. de Gast (red.): Linkages revisited. Higher Education and Development Cooperation, Nuffic (Den Haag 1995).
Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 336
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's