De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 198

DU

PLESSIS-SAAK

promotor Grosheide regelmatig op de hoogte van de ontwikkelingen in Zuid-Afrika rondom Du Plessis. Vanmiddag ontving ik de benoeming van nieuwe hoogleraren in Stellenbosch, schreef hij 25 november 1930, maar 'ek vrees egter dat 'n deel van ons kerk, veral die Transvaalse kerk, nie tevrede sal wees met die keuse nie'. 314 Maar gelukkig kon hij twee jaar later, op 31 oktober 1932, melden: Die Kaapse Sinode is besig met die Du Plessis-saak, en die verblydende is om te kan sê dat die besprekinge gekenmerk deur 'n gesonder gees as voorheen. Daar is rede om te verwag dat sake in liefde sal geskik word waarmee almal akkoord gaan.3'5

Wat de 'leerkwessies betref', had hij al een jaar eerder geschreven, 'het dit vir my duidelik geword dat daar geen billike verskil kan getrek word tussen die twee standpunte nie'. Velen begonnen dit in te zien, schreef Groenewald eind 1931, en hij hoopte slechts op een vreedzame beëindiging van het conflict, en dat het zal bijdragen 'tot 'n kragtige verlewendiging van die geestelike lewe in die Kerk'. 316 Driekwart jaar later meldde hij, dat het moeilijk was 'om uit te vind wat gaande is aangaande die Du Plessis-saak. Sommige beweer dat 'n samegestelde kommissie daarin geslaag het om 'n formulering op te stel waarmee beide die partye akkoord gaan. (...) Andere meen weer dat die Sinode die Kweekschool sal ontbind, en dan direk weer saamstel, maar sonder Prof. dP. en miskien selfs sonder Prof. Keet'.317 Weer een jaar later meldde Groenewald dat 'die stryd teen Prof. du Plessis' voorbij is. Er was wel enige tijd geleden een protest tegen diens ontslag als hoogleraar gepubliceerd, ondertekend door een 500 mensen uit verschillende maatschappelijke groepen en standen, maar 'dit skyn asof die saak nou sal rus'. 318 Nog weer een half jaar later hielden zelfs de schaduwen van de kwestie-Du Plessis hem niet meer bezig, blijkens een brief aan Grosheide van 23 juli 1934. Of Hepp wist van de sympathie voor Du Plessis onder zijn Zuid-Afrikaanse studenten omstreeks 1930 is onduidelijk. In ieder geval liet hij Müller en A. B. du Preez, die in januari 1930 in Amsterdam arriveerden, onderdelen uit het theologisch debat rondom Du Plessis bestuderen. Müller promoveerde op 25 september 1931 op Die Kenosis in die Kristologie sedert die Reformasie. Kennelijk heeft die studie hem kritisch

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen