Bijzondere chemie?! - pagina 225

DE

DEMOCRATISERING

den kracht bij te zetten, waarvan de Maagdenhuisbezetting in 1968 de bekendste is. De acties resulteerden in 1970 in de Wet Universitaire Bestuurshervorming ( w u b ) . Deze wet schetste de beslissingsstructuur van een universiteit. In de wet waren marges aangebracht waarbinnen iedere subfaculteit, faculteit en universiteit kon bepalen wat in de betreffende situatie het beste leek. Wel werd in de w u b een grens gesteld aan de medezeggenschap. In ieder beslissend orgaan moest minstens de helft van de zetels bezet worden door leden van de wetenschappelijke staf. De overblijvende zetels werden verdeeld over de technische en administratieve staf (tas) en de studenten. Dit leverde niet altijd de meest voordelige verdeling voor de studenten op.1 De eerste stappen op het pad van de inspraak van studenten werden aan de Subfaculteit Scheikunde gezet in 1966. Op initiatief van de subfaculteit werd de studieraad ingesteld. Dit was een overlegorgaan met daarin twee hoogleraren, twee leden van de wetenschappelijke staf en vier studenten. Het doel was 'het uitbrengen van een advies aan de subfaculteit over de studie, de programmering, de presentatie van de stof en de algemene gang van zaken binnen de subfaculteit'. 2 De studentenfractie van de studieraad werd aangewezen door de studiecommissie, die speciaal hiervoor tegelijkertijd met de studieraad in het leven was geroepen. De studiecommissie moest suggesties en meningen van studenten verzamelen, deze op bruikbaarheid onderzoeken en doorgeven aan de studentleden van de studieraad. De studentleden hadden ook zitting in de studiecommissie. Hierdoor konden zij zo representatief mogelijke gesprekspartners van de hoogleraren en wetenschappelijke staf zijn. De studenten kregen vanaf 1970 ook een stem in de subfaculteitsraad. Hiervoor werden drie leden op een verkiezingsbijeenkomst van de Vereniging voor Chemische Studenten aan de Vrije Universiteit (vcsvu) gekozen. In eerste instantie waren de v c s v u en de studiecommissie organisatorisch gescheiden. Naarmate er echter steeds meer studenten lid waren van beide, werd het onderscheid minder duidelijk. Vanaf 1970 fungeerde de studiecommissie als subcommissie van de v c s v u . In 1974 nam de studenteninspraak nog vastere vormen aan met de aanstelling van een student als adviseur en later als volledig lid van het subfaculteitsbestuur.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen