De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 60

EREDOCTOR

BEYERS

NAUDÉ

tor magnificus De Gaay Fortman antwoordde dat van die suggestie goede nota genomen zou worden. 204 Volgens het uitwisselingsschema zou in 1968 een vu-docent Potchefstroom moeten bezoeken. Maar er ging niemand, om onbekende redenen. Voorjaar 1 9 6 9 zond Potchefstroom een uitnodiging aan de psycholoog prof. dr. J. de Wit, een van de opvolgers van Jan Waterink.205 De Wit stond in principe positief tegenover deze uitnodiging en het bestuur van zijn subfaculteit Psychologie gaf hem toestemming. Maar onder de studenten en stafleden van Psychologie ontstond protest. Het verdrag met Potchefstroom is 'in z'n huidige vorm onaanvaardbaar', verklaarde een vergadering van de wetenschappelijke staf op 13 juni 1969. Want het onderwijs in Zuid-Afrika stond in dienst van de apartheid en de mogelijkheden tot een hogere opleiding waren voor de niet-blanke bevolking 'vrijwel nihil'. 206 Aanpassing van het verdrag diende 'in nauwe samenwerking' plaats te vinden met 'Ds. Beyers Naudé, het Defence and Aid Fund en andere terzake kundige instanties en personen'. 207 Geconfronteerd met dit protest nam De Wit contact op met rector magnificus De Gaay Fortman. Die raadpleegde beide conrectoren en verklaarde daarna, een afwijzing van de uitnodiging van Potchefstroom te zullen betreuren, want het gesprek moet op gang blijven. Hij raadde De Wit wel aan, tevens aan 'een Bantoe-universiteit' te gaan doceren, 'om het adagium "alleen voor blanken" zoveel mogelijk 208 te vermijden'. De Wit deelde de mening van De Gaay Fortman en volgde diens raad. Maar persoonlijke omstandigheden dwongen hem vervolgens voorlopig geen gehoor te geven aan het voornemen naar Potchefstroom te reizen. Dat betekende niet, dat Potchefstroom geen onderwerp van discussie meer was. Integendeel. Het protest van Psychologie was namelijk aan diverse universitaire gremia toegezonden, inclusief aan de senaat, en die moesten er dus allemaal over vergaderen. De wetenschappelijke stafraad (die de wetenschappelijke medewerkers niet-hoogleraren vertegenwoordigde) reageerde snel (30 september 1969) en stelde voor 'een uitwisselingsprogramma met Bantoe-, Kleurlingen- en Indiers-universiteiten', naast dat met Potchefstroom. 209 Maar elders werd er weinig haast gemaakt. Psychologie moest mei 1970 de senaat nog eens herinneren aan de beloofde bespreking van de overeenkomst met Potchefstroom. 210

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen