De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 53

KRITISCHE

DIALOOG

een overeenkomstig bezoek vier jaar geleden'. 168 En 'waar dat pas gaf [had de commissie] de dialoog in practijk gebracht', schreef hij bij een andere gelegenheid. 109 Een ander lid van de delegatie schreef dat er in de gesprekken over de rassenverhoudingen meer fundamentele overeenstemming bestond dan men dacht, en 'waar de opvattingen bleven verschillen, was dit, naar wederzijds gevoelens, slechts zelden uit volstrekt onbegrip'. 170 Beide weergaven waren wel erg diplomatiek verwoord. Want aan Zuid-Afrikaanse zijde was de uiteenzetting van De Gaay Fortman als een bom ingeslagen. 17 ' Volgens een intern Zuid-Afrikaans verslag had De Gaay Fortman op de gezamenlijke vergadering van de beide commissies in oktober 1971 'die uitbreiding van die term "kuituur" geopper', en daaronder niet alleen de kunsten en wetenschappen te verstaan maar ook 'volksontwikkeling, samelewingsopbou, jeugwerk, opelugontspanning en sport, en die massakommunikasiemedia'. 1 7 2 De schok moet groot geweest zijn. Want de Zuid-Afrikanen begrepen natuurlijk, dat 'n erkenning van die breëre begrip kuituur die Nederlanders 'n instrument in die hand sal gee waarmee hulle in ons binnelandse aangeleenthede kan inmeng veral ten opsigte van ons rassebeleid en verhoudings.

En dus werd 'nie gevoel om die nuwere vertolking summier te verwerp nie', maar vroeg de Zuid-Afrikaanse voorzitter wel tijd om het voorstel nader te doordenken en vooral de praktische gevolgen ervan. Het vergde nogal wat tijd, tot het Zuid-Afrikaanse Komitee een definitief antwoord formuleerde. 173 Maar toen kon dan ook meegedeeld worden dat het 'die breëre begrip van die term kuituur soos deur hulle geformuleer onderskryf word binne die bestaande reëlings vir die toepassing van die kuituurverdrag'. Wat niet aan de Nederlandse verdragspartner gemeld werd was de overweging: deze toegeving was maar schijn, de bestaande regelingen bepaalden immers dat alle uitwisselingen goedgekeurd moesten worden door het Zuid-Afrikaanse Komitee en 'berus die finale beslissing dus nog by ons'. Tegen de tijd dat dit antwoord geformuleerd werd, had De Gaay Fortman het voorzitterschap van de commissie al enige tijd neergelegd. 174 Hij was op 11 mei 1973 opgetreden als minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Den Uyl. Kabinetsformateur M. Ruppert

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen