GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 154

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 154

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

herinneringen aan de tijd op het paedologisch instituut

van het dagelijks leven steeds beter te laten verlopen. Wat hierin overigens ook meewerkt is dat zowel ikzelf als mijn omgeving ouder (en wijzer) worden.’

de pionier De school was nog lange tijd gevestigd in de Vossiusstraat op de tweede verdieping en kreeg de naam De Pionier. In 1965 opende de Waterinkschool haar deuren als school voor buitengewoon onderwijs voor kinderen die niet op het pi hoorden. Sinds deze afscheiding waren de klassen van De Pionier, bestaande uit hooguit twaalf kinderen, verdeeld in onder‑, midden‑ en bovenbouw, vergelijkbaar met de groepen drie/vier, vijf/zes en zeven/acht. Ook was er een kleuterklasje aan de school verbonden. Ongeveer zeventig kinderen volgden dit onderwijs. Iemand die hier onderwijzer was in de jaren tachtig, Simon van den Heuvel, is ook geïnterviewd. Hij werkte onder directeur Bertus Knol. Toen deze met pensioen ging, verliet ook hij de school weer. Hij vertelde dat de lokalen te klein waren voor de twaalf kinderen die ze doorgaans bevatten. Leerlingen hadden er plezier, zo was zijn indruk, ‘maar didactisch was het een allegaartje. Enerzijds liep het pi voorop, bijvoorbeeld bij de methode voor beginnend lezen. Maar op sommige terreinen waren de methoden volstrekt achterhaald, bijvoorbeeld bij rekenen. En aan de zaakvakken aardrijkskunde en geschiedenis werd eigenlijk veel te weinig aandacht besteed. Eenmaal per week was er handwerken in het grootste klaslokaal. Er waren ook regelmatig besprekingen over de kinderen, waarbij het me opviel dat er weliswaar vooruitstrevende theorieën op papier stonden – o.a. op didactisch gebied – terwijl de praktijk daar soms mijlenver van weg stond.’ Deze docent signaleerde ook het probleem van de samenstelling van de groepen. Was voor plaatsing van pupillen in een leefgroep van het instituut de pedagogische hulpvraag bepalend, ‘op school kwamen ze allen door elkaar, waardoor ik vooral individueel moest lesgeven. Hoewel ik natuurlijk “de baas in de klas” probeerde te zijn leek dat uiterlijk niet zo; ik was een autoriteit op een verborgen manier, want ik was niet autoritair, zoals de tijdgeest dat toen vereiste. De kinderen spraken mij aan met (meester) Simon.’ Het lesgeven omschreef hij

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 153 2e proef

153

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 154

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's