GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 174

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 174

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

een kwestie van afwegen

sociale pedagogiek belangrijk waren. Beide onderzoeksterreinen kregen implicaties voor de behandeling in het instituut en de bijbehorende scholen. In toenemende mate gingen echter afdelingen binnen de Faculteit Psychologie en Pedagogiek van de vu delen van het onderzoek overnemen. Geld voor onderzoek kwam niet meer binnen als geoormerkt geld van het ministerie, maar als geld voor onderzoek in het algemeen. De vu mocht zelf bepalen hoe ze dat geld verdeelde. In de praktijk waren dat vaak de faculteiten, die door uitbreiding tevens grotere macht kregen in de organisatie. In de jaren negentig zijn door Haagse regelgeving onderzoeksscholen ontstaan. Onderzoekers dienden daarvan lid te worden door vooral te publiceren in internationale en wetenschappelijk erkende tijdschriften. Op grond hiervan kregen vakgroepen hun geld voor onderzoek vanuit Den Haag toegekend. Onderzoek in het kader van het pi werd in toenemende mate de verantwoordelijkheid van de faculteit. Om toch de onderzoeksfunctie van het pi te behouden is in 1999 pi-research BV opgericht (zie hoofdstuk 10).

bureaucratisering en nieuwe kansen Sinds de late jaren zestig trad er een zekere bureaucratisering en formalisering op in de relatie tussen pi en vu. Dat was niet alleen het gevolg van de toenemende betrokkenheid van de faculteit bij het onderzoek gelieerd aan het pi, maar ook van ontwikkelingen in het universitaire bedrijf zelf. Zo bracht de democratiseringsgolf van de late jaren zestig een wijziging in opvattingen over de wijze waarop universiteiten en aanverwante instellingen als het pi bestuurd dienden te worden. De tijd dat hoogleraren alles konden ‘regelen’ was voorbij. Het college van directeuren, dat tot dan toe bestond uit vooral zakenmensen en advocaten verloor grotendeels zijn invloed op het beleid. De dagelijkse leiding kwam in handen van een College van Bestuur, dat minder leden telde (vijf ). Studenten eisten medezeggenschap, hetgeen zij kregen door zitting te nemen in de universiteitsraad, waarin alle geledingen van de universiteit vertegenwoordigd waren. 10 Bovendien was er een sterke toename van studenten, waardoor faculteiten groeiden. Zaken die voorheen tot de beslissingsbevoegdheid van directeuren en de senaat behoorden kwamen nu bij de faculteiten die zo

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 173 2e proef

173

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 174

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's