GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 65

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 65

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ontstaan van het pi in amsterdam

64

apractisch’ falen niet geweten moesten worden aan apraxie in de eigenlijke zin van het woord, maar aan gebrekkige waarneming. Deze is bij ernstig zwakzinnigen op een lagere trap van ontwikkeling blijven staan, waardoor ze niet in staat zijn de stand van een figuur in de ruimte te bepalen of de structuur van de figuur te doorzien. Vedder bepaalde tevens hoe de waarneming zich in diverse trappen ontwikkelt. Volgens Waterink leverde Vedder daarmee een instrument om de intelligentie te bepalen bij ernstig zwakzinnigen.40 Het instituut had ook een belangrijke rol in het wetenschappelijke onderwijs van studenten die na hun kandidaatsexamen psychologie of pedagogiek als bij‑ of hoofdvak kozen. Doorgaans waren dat theologen en een enkele keer een jurist. Voor dat doel was er zelfs een modern ingerichte collegezaal in het pand aanwezig met filmapparatuur en verduisteringsmogelijkheden. Waterink verzorgde wekelijks vier uur college. Een ervan was psychotechniek waarin hij ‘moeilijke gevallen’ demonstreerde voor zo’n twintig tot veertig studenten. Regelmatig liet hij daarvoor een kind in de collegezaal komen, van wie hij inschatte dat een confrontatie met een zaaltje studenten het kind geen schade zou berokkenen. Waterink voer wat dat betreft vaak op zijn intuïtie. Ook gebruikte hij wel filmmateriaal uit het laboratorium. Geïnteresseerde en daartoe geschikte studenten wierf hij aan om als assistent in het laboratorium te werken. Onder hen waren de biologe A. W. van Dijk, de jurist H. K. R. van der Graaf en de neerlandicus H. R. Wijngaarden. Daarnaast voelde Waterink een missie ten aanzien van leerkrachten. Zij waren de professionals bij uitstek om afwijkingen bij kinderen in een vroeg stadium te onderkennen. Hij hield lezingen in het instituut en organiseerde cursussen voor deze doelgroep. Bovendien publiceerde hij regelmatig in hun periodieken. Hij wees ze op het belang domme kinderen van schijndomme te kunnen onderscheiden. Dat behoorde tot hun professie. Zij moesten daarvoor allereerst persoonlijke belangstelling voor het individuele kind hebben. Een belangstelling die gedreven moest zijn door liefde. Zij dienden ook te beschikken over een behoorlijke dosis empathisch vermogen. Als er een inspecteur op school langskwam moesten ze niet een verlegen kind een beurt geven. Daarnaast wees hij op het belang van foutenanalyse: nagaan welke fouten een kind maakt, daarin structuur zien te vinden, daarvoor een reden proberen te achterhalen en een aanpak te bedenken.41

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 64 2e proef

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 65

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's