GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 192

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 192

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

centrum voor pedagogisch-didactische onderzoekingen

tair hoofddocent aan de faculteit, en student-assistenten. Zij maakten aanvankelijk vooral gebruik van paper en pencil tests, taakjes en allerlei apparaatjes. Zo was er een toestel dat visuele en auditieve, later ook tactiele, stimuli kon genereren. De tactiele modus was erin gebouwd door Johan de Vries, hoofd van de faculteitswerkplaats. Het apparaat van het merk Bettendorf bestaat nog, nu in het Archief en Documentatiecentrum Nederlandse Psychologie in Groningen. Ook werkten we met houten blokjes, allemaal blauw en precies even groot, maar met een minuscuul verschil in gewicht. Voor dat verschil had Willem Cornelissen van de technische dienst op het pi gezorgd door wat meer of minder lood in de houtkernen aan te brengen. Een ander apparaat was een zogenaamde kinesimeter, bestaande uit een draaiboog met schaalverdeling en een draaiarm. Op deze draaiarm moest het kind, de proefpersoon, zijn eigen arm leggen om vervolgens een standaard hoek van een vooraf ingestelde grootte af te tasten. Daarna deed de proefpersoon dat nog een keer maar in dit geval was de hoek een variabel pietsje groter of kleiner gemaakt. Door deze procedure vele malen te herhalen kon een schatting worden gemaakt van de grootte van het pietsje dat nodig was om het verschil met de standaardhoek te kunnen voelen: de zogenaamde kinesthetische verschildrempel. Op gelijksoortige wijze was het mogelijk tactiele en visuele verschildrempels te bepalen, onder andere met voornoemde, een pietsje verschillend wegende blauwe blokjes en het Bettendorf-apparaat. Waartoe zulk gedoe? Er waren in die tijd empirische aanwijzingen dat bij dyslectische kinderen de fijngevoeligheid voor enerzijds de proximale (tasten) en anderzijds de distale (zien en horen) sensoriek dichter bij elkaar liggen dan bij normaal lezende kinderen. In navolging van andere onderzoekers vonden wij dat ook. ‘Nou en’ heeft men toen nooit gezegd maar waarschijnlijk wel gedacht. Nou, lezen doe je met je ogen, het is een visueel proces. Maar, als de tastgevoeligheid buitengewoon ontwikkeld is kan men zich voorstellen dat tastimpressies het visuele leesproces verstoren en dat dit tot leesfouten leidt. Helemaal niet zo gek gedacht door Birch die dit idee lanceerde. Maar er gebeurde in die vroege periode veel meer in het Centrum. In de literatuur waren immers meerdere goede ideeën te vinden. Opvallend was dat sommige gedachten omtrent het lezen eigenlijk zeer voor de hand lagen. Het eerste wat je doet als je een leesboekje openslaat is het zien van woorden, mooi gezegd: de letters en woorden wor-

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 191 2e proef

191

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 192

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's