GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 14

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

inleiding

ren met leer‑ en gedragsproblemen die te wijten waren aan opvoeding, een neurotische aanleg of psychische trauma’s. Toen de gelegenheid zich voordeed, greep hij die aan om het pi in 1941 als zelfstandig instituut verder te laten gaan. Hoofdstuk 5 beschrijft de naoorlogse periode die grofweg uiteenvalt in twee delen, namelijk die van Waterink en zijn opvolger Jan de Wit. In deze tijd groeide en specialiseerde de jeugdhulpverlening zich. Er ontstonden tal van instellingen die zich met probleemjeugd bezig hielden. Dit had tot gevolg dat het pi zich meer en meer ging richten op kinderen met ernstiger problematiek dan voorheen. Voortaan kwamen alleen die kinderen voor opname in aanmerking, die een meerdimensionale aanpak nodig hadden. Uiteindelijk zou dat in 1981 resulteren in de status van kinder‑ en jeugdpsychiatrische instelling. Nu is er het gevaar dat beschrijvingen van een instelling op grond van archiefmateriaal en publicaties een ideaalbeeld scheppen, omdat vooral beleidsmakers, behandelaars en bestuurders zich daarin laten gelden. Daarom is hoofdstuk 6 zo waardevol. Dit is grotendeels gebaseerd op interviews van personen die als kind in het pi zijn geweest of er als onderwijzer of groepsleider werkten. Zij geven een beeld van de andere kant; die van de hulpvrager of de persoon op de werkvloer. Het pi zou het pi niet zijn geweest zonder de relatie met de Vrije Universiteit, niet alleen op het gebied van financiële ondersteuning maar ook inhoudelijk. Pedologie beoogde immers wetenschappelijke studie van het afwijkende kind. Hoofdstuk 7 beschrijft de relatie tussen het pi en de vu. Die band was zichtbaar in de directeuren, die tevens hoogleraar waren, en het type onderzoek en diagnostiek. Van meet af aan presenteerde het pi zich als een instelling voor wetenschappelijk onderzoek, de opleiding van studenten tot hulpverlener en de behandeling van kinderen door academisch geschoolde professionals. Het wetenschappelijk onderzoek ging na de pioniersfase van Waterink onder De Wit een steeds belangrijker plaats innemen. De Faculteit der Psychologie en Pedagogiek, maar ook de Medische Faculteit waren erbij betrokken. Het belang van wetenschappelijk onderzoek komt naar voren in de hoofdstukken 8 en 9. Neuropsycholoog Bakker beschrijft zijn onderzoek naar dyslexie en waar dat op uitdraaide, gevolgd door een hoofdstuk waarin het door Heiner geïnitieerde onderzoek van kinderen en jongeren met antisociaal gedrag centraal staat. Heiner heeft niet al-

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 13 2e proef

13

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's