GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 79

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 79

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

78

nering aan King levend te houden, meenden Fortman en Krikke dat er een plaquette moest komen, naast de plaquette die de vu-gevallenen in de Tweede Wereldoorlog herdacht. Maar dit voorstel strandde op geldgebrek en algehele lauwheid. Ditmaal kwam van uitstel echter geen afstel. Op 5 april 1982, precies 14 jaar nadat het idee werd geopperd, onthulde rector magnificus prof. dr. H. Verheul een plaquette, die door kunstenares Fenna Westerdiep was gemaakt. Daarmee was de band van de Vrije Universiteit en Martin Luther King hersteld.

t. s. g. mulia (1966) De Indonesiër Todung Sutan Gunung Mulia was in 1966 de enige die een eredoctoraat kreeg toegekend. Dat was niet het oorspronkelijke plan. Mulia had in 1965 de zevende eredoctor moeten zijn, ware het niet dat hij beleefd had geweigerd. In een telegram aan de rector magnificus op 27 mei 1964 formuleerde Mulia kort en bondig ‘zeer vereerd en dankbaar’ te zijn, maar uitstel te willen ‘in afwachting van het cultureel akkoord’ tussen Nederland en Indonesië. In de brief lichtte hij zijn opstelling nader toe. Mulia beklemtoonde ‘ten zeerste verrast’ te zijn door de toekenning: ‘Ik weet niet, waarin ik deze onderscheiding heb te danken, ik zie daarin alleen Gods leiding.’ Uit zijn brief bleek nog eens hoe gevoelig de betrekkingen met Nederland waren voor de vroegere kolonie. Wederzijdse erkenning van het hoger onderwijs was door de moeizame verhoudingen tot dan toe nog uitgebleven, waardoor ook eredoctoraten over en weer geen betekenis hadden. In Indonesië, onder ‘vader des vaderlands’ Soekarno een onfrisse dictatuur, was het anno 1964 geen aanbeveling dan met een eredoctoraat uit het voormalige moederland thuis te komen. Promotor prof. dr. J. Verkuyl reageerde teleurgesteld maar ook met begrip op Mulia’s besluit. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om een ander voorstel te doen: kon niet tegelijk met de uit Batakland afkomstige Mulia iemand uit Midden-Java worden gepromoveerd? ‘Voor de opbouw van de communicatie met de Indonesische kerken en instellingen lijkt mij, dat zo’n gebaar bijzonder belangrijk zou zijn.’ Maar ondanks herhaald aandringen van Verkuyl bleef het bij de voordracht van alleen Mulia, die in januari 1966 bekend maakte het eredoctoraat te kunnen ontvangen nu Nederland en Indonesië betere be-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 79

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's