GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 53

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 53

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

52

Compagnie driehonderd jaar tevoren onder leiding van Jan van Riebeeck voet aan wal had gezet in Zuid-Afrika. Meer dan zijn theologisch werk waren het vooral die inspanningen die de historicus prof. dr. A. Goslinga beklemtoonde in zijn toespraak tot de laureaat. Hij voerde de toehoorders mee naar 1652, toen de ‘Dromedaris’, het schip van Van Riebeeck, voor scheep ging naar Zuid-Afrika – met de statenbijbel aan boord. In zijn voetspoor zette ook Willem van der Merwe voet aan wal. Goslinga memoreerde dat het geslacht Van der Merwe in driehonderd jaar tijd zou uitgroeien tot 23.000 zielen, waarvan eredoctor Abraham Johannes er een was. ‘Gij kunt onder uw volk gelden als een representatieve figuur. Voor uw eigen volk zij alleen heil wanneer het onder gewijzigde omstandigheden trouw blijft aan wat het in de 17e eeuw uit het moederland heeft meegekregen.’ Van der Merwe beschouwde het eredoctoraat als een eerbewijs voor zowel Zuid-Afrika als de Nederduits Gereformeerde Kerk. Hij sprak de wens uit dat de plechtigheid ‘het bewustzijn moge verdiepen van de verborgen eenheid welke er is tussen Nederland en Zuid-Afrika’. Die wens zou nog geruime tijd in vervulling gaan: tot in de jaren zestig zou het apartheidsregime in gereformeerd Nederland een warm pleitbezorger vinden.

joh. c. van rooy (1952) In januari 1951 bepleitte de economische faculteit van de vu een eredoctoraat aan een Zuid-Afrikaan. Dit ‘ter versteviging van de banden tussen Nederland en Zuid-Afrika in het algemeen en het Calvinistisch volksdeel in het bijzonder’. De faculteit was dit ingefluisterd door dr. W. J. Kolkert, voormalig directeur van de Christelijke hbs in Amsterdam en actief in de Nederlands Zuid-Afrikaanse Vereniging. Verscheidene namen beval Kolkert aan – met bijbehorende kwalificatie. Hij toonde zich geen fan van J. C. van Rooy (1890-1953), die voorzitter was van de Broederbond (een vereniging die tot doel had de Afrikaner eenheid en taal te bevorderen) en vroeg zich af hoe beoogd promotor prof. dr. J. Waterink, hoogleraar pedagogiek, hier over dacht. Die zag geen probleem, maar moest wel alle moeite doen de senaat van de voordracht van Van Rooy te overtuigen. Diens voorzitter-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 53

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's