Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 52

wetenschap waarmee je wat kan

Kuiper en Kuypers hadden verwoede pogingen gedaan de planologie bij de sociale studierichtingen te voegen. ‘Het gaat bij de planologie,’ betoogden ze bij curatoren, ‘niet om de ruimte als zodanig, maar om de mens in de samenleving.’ De interfaculteit aardrijkskunde en prehistorie, saillant genoeg gepresideerd door Onvlee wiens leerstoel culturele antropologie in de subfaculteit sociale studierichtingen stond, zag het anders. Planologie betrof de theorie van de bestemming en het gebruik van de ruimte, ofwel ‘de systematisering van de grondslagen van de ruimtelijke ordening’. Naar Onvlees inzicht waren mens en maatschappij daarbij minder in het geding dan Kuiper en Kuypers dachten.4 Het grensgevecht werd beslecht met een compromis: planologie werd zowel een afdeling van het Geografisch Instituut als het Sociaal-Wetenschappelijk Instituut. Beide afdelingen kwamen onder leiding te staan van Leen Bak, die zich ten behoeve van de huisvesting van het swi aan Koningslaan 22-24 onmiddellijk waarmaakte met een fraai staaltje van microplanologie. Baks nauwgezette pas‑ en meetwerk echter kon de swi-afdeling niet-westerse gebieden, waarin niet-westerse sociologie en culturele antropologie voor hun onderzoek samenwerkten, niet naar de Koningslaan lokken. Schoorl, Onvlee en de hunnen hielden, tot ontstemming van Kuypers, vast aan hun onderkomen aan de De Lairessestraat, omwille van de samenwerking met de sociaal-geografen met wie een bibliotheek werd gedeeld.5 Het ene been waarmee planologie in het swi stond bleek alras van leem. Bak bleef zijn onderzoek in het Geografisch Instituut uitvoeren; samenwerking met de sociaal-wetenschappers aan de Konings­ laan kwam niet tot stand. Ook de afdeling internationale betrekkingen bleef een dode letter, vooral vanwege het ontbreken van een overeenkomstige leerstoel. Betrokkenen zouden het in 1964 niet voor mogelijk hebben gehouden dat de leerstoel, essentieel voor een subfaculteit die midden in de modern-industriële wereld wilde staan, nog veertig jaar op zich zou laten wachten. Ook de opbouw van de vier andere afdelingen, sociologie, politicologie, bestuurskunde en niet-westerse gebieden, verliep moeizaam. Eerst in het najaar van 1966 kwamen ze, met conceptbijdragen tot het ontwikkelingsplan van de vu voor de jaren 1969-1972, tot formulering van hun onderzoeksprogramma’s, summier en weinig concreet.

51

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen