Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 70
gisting in de studentenwereld
den, naar het encyclopedische neigend karakter. Veel studenten konden het onderwijsprogramma niet of nauwelijks bolwerken en gaven, gedreven door de tijdgeest die mondigheid op een voetstuk plaatste, stem aan hun onvrede. De inhoud van de colleges werd eveneens ter discussie gesteld. Die droegen doorgaans het structureel-functionalistische stempel van de Amerikaanse socioloog Robert Merton, een tamelijk abstract-theoretische benaderingswijze die niet al te veel ruimte liet voor vragen van persoonlijke existentie en maatschappelijke betrokkenheid.35 Onvrede en vernieuwingszin uitten zich in de roep om ‘inspraak’ en ‘medezeggenschap’, het hardst uit de kelen van studenten sociale wetenschappen, uiteraard ook vanwege de maatschappelijke dimensie van hun studie. De roep leidde aan de vu, waar de subfaculteit sociale studierichtingen, als gevolg van een wijziging in het academisch statuut, was omgedoopt in subfaculteit ‘sociaal-culturele wetenschappen’, tot een enquête onder de kandidaatsstudenten. Hoe beoordeelden ze de colleges? Wat schortte eraan en wat waren hun wensen? De uitkomst, vier maanden later, wees uit dat veel studenten niet op activerende werk-, discussie‑ of responsiecolleges dan wel seminars zaten te wachten. Traditionele hoorcolleges hadden de voorkeur, ondersteund door goede syllabi.36 Duidde dit op gemakzucht en passiviteit? Of was de uitslag een signaal dat de studenten zich meer om de inhoud dan om de vorm van de colleges bekommerden? Het laatste leek het geval, getuige een evaluerende bespreking met een groep doctoraalstudenten sociologie. Die maakte aan de presentatiewijze van de colleges weinig woorden vuil, veel méér aan de inhoud ervan. De studenten wilden zeggenschap hebben in de collegestof, een wens die in de subfaculteitsraadvergadering van juni 1967 een welwillend onthaal kreeg. De notulen vermeldden dat een discussie over de vraag in welk stadium en in hoeverre de studenten als oordeelkundig konden worden aangemerkt, uitmondde in de conclusie dat ‘een zekere vorm van inspraak’ niet kon worden onthouden.37 Brasz, secretaris van de subfaculteit, en Van Zuthem, deskundige bij uitstek op medezeggenschapsterrein, lieten er vervolgens geen gras over groeien. Ze componeerden een inspraak bepleitende notitie die universiteitsbreed werd verspreid. Grote consternatie was het gevolg, vooral in de senaat waar het duo de kous finaal op de kop kreeg. ‘Collega’s trokken fel van leer, in het bijzonder hoogleraren uit de
69
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's