Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 58
dauerreflexion
de gereformeerde kerken van Nijverdal, Alphen aan den Rijn en Amsterdam. Analyse van de – door studenten vergaarde – data leerde dat in de onderzochte geloofspopulatie nauwelijks sprake was van wezenlijke bezinning op geloofswaarheden. Veeleer leek het erop dat oude ‘vanzelfsprekendheden’ soepel en vlot voor nieuwe werden ingeruild, met de kanttekening dat er meer kritische reflectie was naarmate het cultuurpatroon moderner was. Amsterdammers bleken het meest kri tisch, Nijverdallers het minst. Van de hoofdstedelijke kritische zin moest overigens geen al te grote voorstelling worden gemaakt: nog geen kwart van de ondervraagden gaf er blijk van regelmatig over geloofsvragen na te denken.13 Nauw verwant met het ‘Dauerreflexion’-onderzoek was het door Van der Zouwen geleide onderzoek naar de opvattingen van leden van de gereformeerde kerken over normen en taken van de kerk. Ook dit onderzoek, dat plaatsvond van 1968 tot 1970, was empirisch van aard; kandidaatsstudenten waren, in het kader van een leeronderzoek, als enquêteurs actief, onder begeleiding van doctoraalstudenten die de onderzoeksresultaten in scripties neerlegden. De scripties vormden de basis van het in 1972 verschenen boek De veranderingen in de gereformeerde kerk. De conclusie van het boek, verwoord door godsdienstsocioloog Gerard Dekker, een leerling van Van Dijk, luidde dat binnen de gereformeerde kerken veel in beweging was, zonder duidelijke richting. Bijna de helft van de respondenten schiep geen voldoening meer in de kerkdiensten, tweederde had bezwaar tegen letterlijke uitleg van de bijbel. Dit betekende niet dat de moderniteit dicht aan de borst werd gedrukt. Van de respondenten die zich bekend toonden met de progressieve actiegroep Synoodkreet moest meer dan de helft niets hebben van door de groep bepleite discussiethema’s, zoals kernbewapening, rassendiscriminatie en homoseksualiteit. Het onderzoek logenstrafte de aanlokkelijke gedachte dat in de gereformeerde kerken conservatieven tegenover progressieven stonden. ‘Wat we dus zien,’ stelde Dekker vast, ‘is primair niet een verschuiving van een oud naar een nieuw patroon, maar een ontwikkeling van een oud homogeen patroon naar een nieuwe situatie van variatie op het gebied van normen en taken.’14 Dekkers conclusies sloten aan bij de bevindingen van Jan Hendriks die een jaar eerder, in 1971, bij Kuiper Hzn was gepromoveerd op De emancipatie van de gereformeerden. Volgens Hendriks, in het dagelijks
57
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's
![Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 58](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/historische-reeks/peter-bak-historische-reeks-deel-14/2013/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's