GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 241

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 241

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

verkiezingsonderzoek en vrouwenstudies

240

Krouwels dissertatieonderzoek was onderdeel van het subprogramma ‘Het optreden van politieke partijen in meerpartijenstelsels’ dat werd gecoördineerd door Hans Keman. Andere projectmedewerkers waren eerdergenoemde Pennings, die in 1999 samen met Keman en Kleinnijenhuis het handboek Doing research in political science publiceerde, en Kees van Kersbergen, in 1991 gepromoveerd op een onderzoek naar de bijdrage van christen-democratische partijen in Duitsland, Italië en Nederland in de opbouw van de verzorgingsstaat.63 Jet Bussemaker, later namens de PvdA kamerlid, staatssecretaris en minister, onderzocht de gecompliceerde verhouding tussen de Nederlandse verzorgingsstaat en (economische) zelfstandigheid van vrouwen. ‘Wanneer kinderopvang in het geding is,’ aldus Bussemaker, die in 1993 aan de UvA op haar onderzoek promoveerde, ‘worden vrouwen al snel als moeders beschouwd die fulltime voor hun kinderen moeten zorgen; wanneer sociale zekerheid in het geding is worden ze beschouwd als burgers die in eigen onderhoud moeten voorzien.’64 Bussemakers onderzoek ressorteerde onder het politicologische subprogramma ‘Sekse en politieke instituties en actoren’ waarvan Jeanne de Bruijn de leiding had. Centraal thema was de tussen man en vrouw gapende salariskloof. ‘De machtspositie en het gevoel van eigenwaarde van vrouwen staan of vallen met salaris,’ meende De Bruijn. Geld betekende namelijk zelfstandigheid. De realiteit was echter dat vrouwen, dezelfde opleiding hebbend en hetzelfde werk verrichtend, gemiddeld een kwart minder verdienden dan mannen. Volgens promovenda Margo Brouns was het vooral een machtskwestie. In haar proefschrift De homo economicus als winkeldochter, waarop ze in 1993 bij De Bruijn promoveerde, bepleitte ze daarom hernieuwde belangstelling voor het begrip ‘macht’, dat tijdens de beginperiode van de vrouwenstudies zo richtinggevend was geweest. Vanaf eind jaren zestig tot begin jaren tachtig draaide vrijwel alles om ‘de onderdrukte vrouw’, niet weinig geïnspireerd door het in de sociale wetenschappen populaire marxistisch-theoretische perspectief. Dit had in de jaren tachtig plaatsgemaakt voor empirisch en historisch onderzoek op allerlei deelterreinen, een ontwikkeling die parallel liep met de academische inbedding (inkapseling, oordeelden feministische diehards) van vrouwen‑ c.q. genderstudies. De nadruk was komen te liggen op de vraag hoe allerlei beelden over vrouwen en mannen ontstonden en hoe ze min of meer subtiele machtsverschillen creëerden. ‘Dat is een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 241

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's