Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 147

‘stoute jongen’

146

de informatie voor kennisgeving aan. Wat moest het anders? Van der Kroef ontslaan zonder dat hij ook maar een voet in de subfaculteit had gezet? Het bestuur meende niets anders te kunnen doen dan Van der Kroefs komst af te wachten en hem met de aangedragen feiten te confronteren. De subfaculteitraadsvergadering ging akkoord met dit scenario. Het werd doorkruist door raadslid Dirk de Hoog, de sociologiestudent die driekwart jaar eerder tijdens de bezetting van Van Eeghenstraat 112 naam had gemaakt als gelegenheidsportier die de deur voor decaan Van Putten gesloten had gehouden. Namens het Mundus-werkcomité ‘Lector internationale betrekkingen’ richtte De Hoog zich per brief tot Van der Kroef, hem dringend adviserend ontslag te nemen. Tegelijkertijd bracht het Munduscomité de affaire in de openbaarheid, door middel van een pamflet dat man en paard noemde en waarin het college van bestuur werd opgeroepen een diepgaand onderzoek naar Van der Kroefs handel en wandel in te stellen.18 Decaan Van Putten was woedend. ‘Als er een hoop poep in onze gebouwen ligt,’ schreef hij De Hoog op 9 mei 1977, een dag nadat Van

Jan van Putten (1935) was van 1969 tot 1971 wetenschappelijk hoofdmedewerker politicologie, van 1971 tot 1980 lector, van 1980 tot 1990 hoogleraar. (foto h.c. steegeling/delta-lloyd publiciteit)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen