Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 67

waar in de politiek de ‘rottigheid’ zit

66

bestel worden opgeruimd, zoals d’66 wilde? Nee, meende Kuypers. Zowel de PvdA en de vvd als de drie grootste confessionele partijen, kvp, arp en chu, hadden vanuit de grond der democratie wel degelijk bestaansrecht. De vvd was volgens Kuypers de aangewezen vrijheidspartij, terwijl de PvdA idealiter de gelijkheid vooropstelde en de confessionele partijen de broederschap hoog hielden. De werkelijkheid was echter dat zowel de vvd als de PvdA gezapige verdedigers van de verworven vrijheid en gelijkheid waren geworden en zodoende in het slop van conservatisme waren geraakt. De confessionele partijen daarentegen waren hun grondslag trouw gebleven. Broederschap, ofwel saamhorigheid c.q. solidariteit, was nog steeds het bezielende credo, ook al had dit volgens Kuypers in vroeger jaren een dusdanig exclusief-theologische toonzetting gehad dat grote groepen waren uitgesloten en misstanden waren gelegitimeerd.30 Deze woorden haakten aan bij het binnen de arp opkomende radicaal-evangelische getij, waarvan de stroming inmiddels ook de subfaculteit sociale studierichtingen was gaan beroeren. Jonge medewer-

Gijs Kuypers (1921) presenteert de eerste resultaten van het landelijke verkiezingsonderzoek, april 1969. Kuypers was van 1960 tot 1983 hoogleraar politicologie. (foto anp historisch archief)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen