Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 109

fortuyn for lector?

bezetting na exact honderd uur was beëindigd, gevierd als een eclatante overwinning. ‘Nooit meer,’ schreef Fortuyn dertig jaar later in zijn Autobiografie van een babyboomer over de apotheose van de bezetting, ‘heb ik zo’n geweldig feest meegemaakt.’22

fortuyn for lector? 108 ‘Na de bezetting,’ vervolgde Fortuyn in zijn autobiografie, ‘pak ik mijn koffers om te vertrekken naar Groningen en keer ik Amsterdam definitief de rug toe.’ De werkelijkheid was anders. Fortuyn, die in mei 1971 was afgestudeerd en aan een proefschrift zei te werken, werd door Mundus als lector algemene sociologie naar voren geschoven. En dat liet hij zich, ijdel en ambitieus, maar wat graag aanleunen. Op 28 februari 1972, de maandag na de zaterdag waarop de honderdurenbezetting was beëindigd, werd Fortuyn door Mundus bij de benoemingscommissie aanbevolen, onder verwijzing naar zijn scriptie en het eerste gedeelte van zijn proefschrift-in-wording. Volgens Mundus toonde Fortuyn daarin zijn beheersing van de ‘kritiese sociologie’ overtuigend aan. ‘Het opnieuw in de belangstelling komen van marxistische analyses in de laatste jaren,’ stelde de aanbevelingsbrief, ‘is bij hem terug te vinden in zijn gehele proefschrift waarvan de titel luidt: “De loonvormingssystemen in Nederland na 1945 bezien vanuit marxistisch perspectief”.’ Fortuyn had Mundus verzekerd het komende cursusjaar te zullen promoveren, bij Van Zuthem.23 Bijster valide waren deze credentialen niet. Fortuyns proefschrift verkeerde in ongewisse staat van voortgang (promotie zou tot 1980 op zich laten wachten), terwijl zijn scriptie, over bestuurlijke differentiatie, in eerste instantie was afgewezen. ‘Het geheel maakt de indruk op overhaaste wijze in elkander te zijn gezet,’ had het oordeel van hoogleraar bestuurskunde Brasz geluid. Fortuyn wilde met zijn werkstuk, zo was de indruk van Brasz, een bijdrage leveren aan het vraagstuk van het arbeiderszelfbestuur. Van een serieuze analyse was echter nauwelijks sprake. De scriptie ontaardde volgens Brasz in ‘bevooroordeelde, nu en dan schampere opmerkingen en niet verder beargumenteerde uitlatingen gericht tegen clericalen, socialisten, een aantal ministers en de vakbeweging.’ Het wetenschappelijke gehalte van de scriptie was ver ondermaats. ‘De theorie van de sociale beheersing is, voor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen